zondag 9 december 2018

001. Laat je trots eens zien .......

Laat je trots eens zien.
Deprofessionalisering ……. We doen het ook vooral zelf.

Stel je voor dat je een bakkerszaak ingaat en tegen de bakker zegt dat hij voortaan meer pompoenpitten op zijn brood moet doen. Als hij weigert ga je naar zijn opperste opperbaas om te klagen. 
Of stel je voor dat je tegen de verzekeringsagent zegt dat zij meer moet geven dan waar je recht op hebt bij een bepaalde schade. Anders dreig je met “grote problemen”
Als je bakker of verzekeringsagent een echte professional is zal deze niet akkoord gaan en je van repliek dienen. Wie is namelijk de professional? Wie weet het eigenlijk het best? Nietwaar?

Onze dagelijkse praktijk



Dit klinkt best gek als je het zo leest
En toch gaan we in ons onderwijswerk gewoon akkoord met dit soort vreemde uitwassen. 
We kennen allemaal wel die cartoon van die ouders die in 1960 heel anders reageerden op een slecht rapport dan in 2010. In 1960 kreeg het kind met een slecht rapport de wind van voren van de ouders …… tegenwoordig de leerkracht. Best wel gechargeerd maar dat mag in een cartoon. Maar hij raakt ons wel. 
Als ik hem op mijn weblog plaats stroomt mijn reactielijn vol met leerkrachten die het allemaal zo herkennen. Ze gaan los op de ouders …… die vreselijke ouders die ons maar niet begrijpen. Die ouders die alleen maar hun eigen kind zien.
En niet alleen na het plaatsen van een cartoon. Zomaar een greep uit Twitter en Facebook berichten die ik afgelopen week (een gewone, gemiddelde week) voorbij zag komen:


Dat ouders deze vragen durven stellen is uiteraard totaal ongepast maar eigenlijk ook een logisch gevolg. De gelegenheid schept namelijk de dief. We hebben (ik ook) de neiging mee te bewegen met dit soort vragen (lees eisen). We twijfelen. We wankelen. Ze zien dat.

Wat maakt dat ouders denken dit te kunnen doen?
Los van de tijdsgeest die hier zeker meespeelt (en waar we geen invloed op hebben) speelt ook onze eigen houding een belangrijke rol (en daar hebben we gelukkig wel invloed op)

Aan de ene kant willen we graag dat we als de professional worden gezien die we zijn. Wij zijn toch degenen die het moeten weten? Wij zijn toch degenen die hiervoor geleerd hebben? We durven het best te zeggen in de personeelskamer. Daar zijn we best stoer. 
Maar we zeggen ook met de beste bedoelingen dat ouders de professionals zijn in de omgang met hun eigen kinderen. Volgens mij is een professional iemand die beroepsmatig ergens mee bezig is. Dat is met de beste wil van de wereld niet het geval bij ouders. In school zijn wij toch echt de professional en weten wij wat schoolse zaken betreft de zaken beter. Omdat we, als het goed is, niet emotioneel betrokken zijn.
Je hoort collega’s wel zeggen “We doen het toch voor de kinderen” of “Als we staken (lees: voor ons zelf opkomen) zijn de kinderen de dupe.” Dat heeft als gevolg dat we doorgaans helemaal opgaan in ons werk en het een deel van ons als persoon wordt. Daarom zijn we extra gevoelig voor kritiek. Kritiek op ons werk voelt dan als kritiek op ons als mens. Op wie we zijn. Dat willen vermijden is een niet meer dan logische reactie. Maar niet iedere logische reactie is een goede reactie. Zeker als het een reactie is die gevoed wordt door emotie in plaats van professionaliteit. Wees eerlijk: je doet het toch niet in de eerste plaats voor de kinderen? We werken toch gewoon voor ons geld. Dat is professioneel zijn. Ik krijg vaak geprikkelde reacties als ik dit zeg. Dat snap ik niet. Als een stratenmaker zegt dat hij voor het geld werkt vinden we dat toch ook niet meer dan normaal. Waarom is dat dan bij ons niet gepast om te zeggen?
Onlangs plaatste ik een poll op mijn weblog. De keuze was: roeping of werk? 80% koos roeping. In de commentaren kwamen geregeld de opmerkingen terug: “Ik zou het voor niks doen.” of “Ik doe het alleen voor mijn (!) kinderen.” Je neemt jezelf dan veel te serieus en tegelijk totaal niet serieus. 

We ondermijnen op deze manier dit, toch al brokkelige, professionele beeld zelf door toe te geven aan dit soort vragen en deze standpunten in te nemen. We zijn boos …. Terecht boos. Daarom staken we. Straal die boosheid uit en ga niet dansend jengelen op een stakingsbijeenkomst met een gekleurd hoedje op. Doe dat nou eens niet. Neem jezelf eens serieus.

In het prima boek “KEI in Hoogbegaafdheid” van Jan Kuipers staat: “Ouders hebben een oprechte drijfveer, maar ze hebben niet altijd gelijk.” (1)
Het is dus zaak deze drijfveren serieus te nemen en toch voor je eigen keuzes te staan. Dat vereist soms laveren, soms meebewegen, soms doorzetten maar vooral professionaliteit. Klagen is negatief en lokt bijna altijd een negatieve reactie uit. Je komt al snel in een vicieuze cirkel.


Verplichtingen
Als je voor je professionele keuzes staat heb je ook bepaalde verplichtingen. Je keuzes moeten goed onderbouwd en doordacht zijn. Verander je mindset eens. Verlaat de emotie en laat de feiten spreken. Je kunt maar beter voorbereid zijn op tegengas. Met onderbouwde, bewezen feiten. Je houding zal er een moeten zijn waaruit blijkt dat je de vraag van ouders oprecht vindt en serieus neemt. 


Ivo Mijland stelt dat een klacht een vraag om erkenning is. Maar dan negatief geformuleerd. Ouders willen erkenning voor hun gevoel. Geef hen die erkenning. (2) Zij mogen wel emotioneel reageren, vanuit hun gevoel …. Dat hoort bij hun rol in het geheel. Erken deze emotie maar ga dan in de professionele modus en verduidelijk je standpunt.
Daar heb je namelijk als professional goed over nagedacht en als de vraag of klacht tegen je professionele keuzes indruist en het echt de beste keuze is, moet je bij die keuze blijven. 
Ik pas daarbij soms de techniek van de “haperende elpee” toe. Ik luister en herhaal wat ik al eerder heb gezegd. Tot vervelens toe. Omdat ik oprecht weet en vind dat het de beste keuze is. Daar heb ik me op voorhand in verdiept. Ik kom beslagen ten ijs. En omdat ik dan als professional naar het probleem kijk is de eerdergenoemde emotionele lading weg. De vraag, eis of klacht raakt je minder. Het is geen aanval op jou als mens maar een vraag aan jou als professional.



Daarbij teken ik wel aan dat voor ons hetzelfde geldt: “Leerkrachten hebben een oprechte drijfveer, maar ze hebben niet altijd gelijk.” Ouders kunnen je in een gesprek aan het denken zetten en je je mening doen heroverwegen. Het is ook professioneel dat toe te geven. Ook dan ben jij nog steeds de professional. Heroverwegen is dan niet zwak of “toegeven”. Het is je eigen vakbekwaamheid vergroten.


Lastige gesprekken begin ik altijd met de mededeling dat we allemaal het beste voor het kind willen maar dat onze manier waarop we dit willen bereiken kan verschillen. Daar is over te praten. Maar mijn manier is wel het startpunt. Daar ga ik van uit. Maar door deze start is de kou vaak al uit de lucht.

We mopperen allemaal weleens met een mok koffie voor ons over die lastige ouders, die curling ouders, die “ik heb een vraag om half 9” ouders, die “heeft hij dyslexie of is hij misschien toch hoogbegaafd?” ouders.  Toch draagt een overdaad aan gemopper ook niet bij aan een professionele werkhouding. Zou het kunnen dat je een niet reële verwachting bij ouders hebt gecreëerd? Dan is het zaak dat ouders die verwachting onder woorden brengen en indien nodig bijstellen. Veel communicatieproblemen worden veroorzaakt door verschillende of onduidelijke verwachtingen.


Onze beurt
We zullen zelf onze professionaliteit moeten terugveroveren. De minister of anderen zullen dat echt niet doen. Ook de sociale media werken niet mee. We zijn inmiddels een soort nationale “kop van Jut” geworden. Iedereen heeft op school gezeten en weet er dus alles van. Iedereen kent een kind dat een rotjuf of rotmeester had. Iedereen kent een gepest kind waarbij de leerkracht en school hopeloos faalden. We hebben veel vakantie en we doen om kwart over 3 de deur achter ons dicht. En dus deugt het onderwijs niet. En dus is het systeem niet goed.

We hebben een van de beste systemen die er is. We eindigen hoog in allerlei rankings. Lees het OESO-rapport er maar eens op na. (3) Zeker als je kijkt naar de nationale investering in onderwijs is dat een prestatie. Internationaal gezien komt het primair onderwijs er bekaaid vanaf. Het secundair en tertiair onderwijs komt er financieel trouwens beter vanaf. (Rijksoverheid, 2014) (4) Laat je derhalve geen oor aannaaien. Uiteraard is er altijd verbetering mogelijk. Verbetering waarbij het aantal uitvallers en thuiszitters omlaag zal gaan. Maar die vereisen vooral een financiële injectie.  De rode draad is gewoon goed. Let wel: elke uitvaller of thuiszitter is er eentje te veel. Maar dat betekent niet dat het systeem niet goed is. Aan die basis is inmiddels al meer dan een eeuw geschaafd en verbeterd.

Wij zijn nu aan zet. Grijp die kans nu het momentum daar is. Het onderwijs staat in het middelpunt van de belangstelling. Dat vereist vakbekwaamheid en standvastigheid. Dat vereist lef en kennis. Dat vereist luisteren en bewegen, soms meebewegen en meer dan voordien tegengas durven geven. Serieus genomen worden begint toch echt met jezelf serieus nemen. Als professional. 

Bertus Meijer
Onderwijsenzo

December 2018

LITERATUUR
(1) http://www.cedin.nl/1591/kei-in-hoogbegaafdheid.html
(3) https://www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/oeso-onderzoek-naar-het-nederlandse-onderwijsstelsel-gepubliceerd


1 opmerking:

  1. Heel erg mee eens en duidelijk omschreven. Bedankt voor deze terechte en meteen verfrissende wind van voren.

    BeantwoordenVerwijderen