vrijdag 23 augustus 2019

050. Vive L'évolution



Vive L'évolution


Mijn geboren Rotterdamse grootvader was huisschilder en schreef een tiental boeken (1). Ik heb weleens geprobeerd een van deze boeken te lezen. Ik moest afhaken. Zeer taaie, ondoorgrondelijke boeken. Boeken waarin de communistische revolutie gepredikt werd. De somberheid waarin het lot van arbeiders breed uitgemeten werd droop van iedere bladzijde. De Russische revolutie van 1917 moet voor hem, op 17-jarige leeftijd, een groot keerpunt geweest zijn. Hij geloofde en verkondigde de rest van zijn 79-jarige leven het communisme. 
Zijn dwarse puberkleinzoon opperde weleens dat veel geld hebben wel heel fijn is of dat Stalin eigenlijk een beetje een onaardige meneer was. Het gevolg was een lange monoloog over de heerlijkheden van het communisme. Ik haakte murw af.
Ik denk dat hij in de jaren die ik hem nog heb meegemaakt bovenal teleurgesteld was. Hij was niet dom en had heus wel in de gaten dat het allemaal niet zo ging als gedroomd. De mensen die hem, de werkloze Rotterdamse arbeider, erin hadden geluisd hadden hem knollen voor citroenen verkocht. Deze teleurstelling bracht hem echter niet tot inkeer. Integendeel. Hij beet zich nog meer vast in de leer. En hij stierf, zoals gezegd, als een teleurgesteld man. Hij kon niet echt gelukkig zijn met wat er wel was. Hij had alleen maar die droom.
Deze foto uit 1965 is tekenend. In zijn werkkamer, voor de boekenkast met veel boeken (Het meest herkenbare boek is van zijn eigen hand. Dat wel.), nette kleren aan en, zoals het een schrijver betaamd, een Parker in het borstzakje. De foto was voor een cover van een nieuw boek.
Ik kwam graag bij hem. We lijken ook wel een beetje op elkaar.

Een revolutie is volgens Van Dale: “plotselinge verandering in de bestaande toestand; algehele ommekeer”(2)
De geschiedenis staat bol van de revoluties. Er zijn maar weinig revoluties geslaagd te noemen. (3) De drie grootste revoluties van de vorige eeuw (Rusland-1917, China-1949 en Iran-1979) leidden tot situaties die wreder en slechter waren dan de eerdere toestand waartegen geageerd werd. (4)

Wat beter werkt is een langzame verandering vanuit een bestaande situatie. Een geleidelijke omvorming over een aantal jaren. Doordat de zaken geleidelijk gaan krijg je meer draagvlak, krijgen ideeën de kans zich te bewijzen en kun je bijschaven en aanpassen in de loop van het proces. 
Ik ben ervan overtuigd dat mensen daar meer mee kunnen en zeker meer voor openstaan. Revoluties wekken weerstand op. 

De huidige tijdgeest kent zijn kleine revoluties: Zwarte Piet, klimaat enz. Ik weet zeker dat als deze discussies via de weg der geleidelijkheid en natuurlijke aanpassing van beide zijden zouden gaan er veel minder toestanden zouden zijn en we wellicht zelfs verder waren geweest. Nu zijn we vooral ver van huis.

In onderwijsland vinden ook soms revoluties plaats. Dan moet ineens alles anders. Want het oude is slecht, traditioneel en ruikt naar te lang gekookte spruiten. We moeten ons richten op een toekomst. Hoe is een beetje vaag, want die toekomst is natuurlijk ook voor de revolutionairen onbekend. 

En dus kreeg je ineens Iederwijs scholen. Dit moesten scholen zijn die aansloten bij de eisen van de toekomstige maatschappij. 
Enkele kenmerken:
·      Kinderen kunnen leren wat ze willen, met wie ze het willen en op welk moment ze het willen.
·      De school bestaat uit één groep van alle leeftijden.
·      De school bestaat uit verschillende ruimtes, zoals een atelier, een computerhoek, een studiekamer, een keuken en de tuin. De inrichting van de school kan veranderen naar behoefte van de activiteiten.
·      De kinderen leren zelfstandig, van elkaar en van de begeleiders (iederwijzers).(5)

Als je het snel leest en niet doorgraaft klinkt het allemaal wel heel aantrekkelijk. Zo worden revoluties doorgaans aan de man gebracht. Dit gun je toch ieder kind. Ouders vertrouwen er al lezende op dat de implementatie wel snor zit. Geef ze eens ongelijk. Ze krijgen, net als mijn grootvader indertijd, knollen voor citroenen verkocht. 

De iPadschool was een andere revolutie.
“Ideeën beginnen vaak met een scherpe observatie. In 2010 valt het Maurice de Hond op dat zijn vijfde kind, dan twee jaar, goed overweg kan met de iPad. Deze tablet werd in 2010 geïntroduceerd door Steve Jobs, een van de oprichters van Apple. De jongste De Hond-telg kan spelenderwijs ingewikkelde vormen onthouden. Ze leert kleding ontwerpen voor een soort digitale barbiefiguur. „Is het brein van een kind misschien gevangen in een lichaam dat nog niet zoveel kan?”, vraagt De Hond zich later af in een TEDtalk, – die hij voorleest van zijn iPad.” (6)
We kennen het resultaat. Mislukt.
Revoluties beginnen trouwens vaak anekdotisch. Maurice de Hond maakt iets mee met zijn vijfde kind en hup, een nieuw onderwijsconcept is geboren.
De laatste loot aan de boom van mislukte onderwijsrevoluties is de Kunskapsskolan ideologie (7). Deze week kwam het nieuws dat het Stella Maris in Meerssen stopt na zeer bedroevende resultaten. (8)
Overkoepelende conclusie bij al deze mislukte onderwijsrevoluties is het feit dat de onderbouwing van de ideeën zeer magertjes is. Ouders worden met mooie praatjes en flitsende websites en presentaties over de streep getrokken. Daarna kan het geëxperimenteer met leerlingen beginnen. En is de proefopstelling niet naar wens? Dan draaien we de boel gewoon terug. 
Net zoals mijn opa een teleurgesteld man was leveren al deze revoluties ook alleen maar teleurgestelden op.
Ik denk dat de weg van de evolutie minder teleurstelling oplevert. Allereerst moeten we een beetje af van het idee dat we kinderen toekomstproof moeten maken. Niemand weet hoe die toekomst eruitziet. Ik denk dat als je kinderen aflevert die kunnen (begrijpend) lezen, rekenen, spellen en omgaan met anderen al een heel eind bent. Deze zaken zullen in geen enkel toekomstbeeld van minder belang zijn.
Kijkend naar revoluties en evoluties in het onderwijs kan ik trouwens alleen maar concluderen dat de revoluties vaak beginnen bij mensen buiten de school en dat evoluties beginnen bij mensen in het veld. Denk bij dat laatste aan de Turingschool in Amsterdam waar de twee leiders een prima concept aan het neerzetten zijn. Twee mensen met hun voeten in de onderwijsklei. (9) (10)
En de langzame evoluties komen vanzelf. De iPad in de school als hulpmiddel, niet als doel. Evoluties wekken geen weerstand op, revoluties wel. Weerstanden leiden tot mislukkingen of teleurstellingen. Dat kost tijd, berooft kinderen van leerkansen en kost geld. Dat moeten we niet willen. 

Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Augustus 2019

Literatuur:

woensdag 14 augustus 2019

049. Summer is over



Summer is over …..

Het is een jaarlijks terugkerend festijn. Discussies over wat en wanneer er moet gebeuren voor school in de laatste vakantieweek (er zijn zelfs scholen waar het startweek wordt genoemd). Ik lees daar in die discussies de vreemdste zaken.

Enkele zaken die in die week op verschillende scholen plaatsvinden:
-      Een startvergadering
-      De groepsoverdracht
-      Een hele dag vergaderen
-      Een studiedag
-      De lessen voor de eerste week voorbereiden
-      Lokaal inrichten

Enkele zaken zijn niet aan te ontkomen. De lessen voor de eerste periode moeten voorbereid worden en het lokaal inrichten is ook wel van belang.

Maar ………
Een startvergadering waarin doorgaans organisatorische zaken worden besproken die makkelijk via mail (iets waar toch beter en meer gebruik van gemaakt kan worden) is vreemd. 
Plenair vergaderen is hoe dan ook overrated. Ik zit doorgaans te luisteren naar zaken die mij niet aangaan. Vaak worden, zoals gezegd, zaken besproken die makkelijk via mail kunnen. Ook het feit dat iedereen een plasje over elke beslissing moet doen is onnodig tijdrovend en levert alleen maar water-bij-de-wijn-compromissen op waar menigeen zich niet in kan vinden. Soms heb ik weleens liever een goed genomen beslissing waar ik het mee oneens ben dan een halfzachte nikserige flutoplossing.
Maar nog vreemder is het argument dat het goed is elkaar weer te ontmoeten en bij te praten na de vakantie. Ik heb daar echt helemaal geen enkele behoefte aan. Ik ontmoet mijn collega’s graag …. na de vakantie. We brengen genoeg tijd samen door. Dat verplichte gezellig ontmoeten is weinig professioneel. Ik weet wel zeker dat de caissières bij de Jumbo ook geen verplichte gezelligheidssessie hebben na hun vakantie. Deze verplichte ontmoetingssessies zonder inhoudelijke diepgang zijn gelukkig tot nu toe aan mij voorbijgegaan. 
Even een kanttekening: ik denk dat mijn collega’s mij zonder deze toeters en bellen een leuke en fijne collega vinden. Gewoon …. Professioneel. Weet je wel.

Nog erger is een verplichte studiedag in die laatste week. Je weet wel …. Zo’n dag met een ingevlogen nascholingsartiest met post-its en energizers over een bedacht probleem. Of gaan jullie studiedagen wel over het verbeteren van de rekeninstructie? Waarom zoiets ook weer in die laatste vakantieweek moet is mij een volkomen raadsel. Ik kan me niet voorstellen dat je hoofd er dan naar staat. Het argument zal wel zijn dat je fris en fruitig bent. Ja, dat ben ik ook ….. om met de klas aan de slag te gaan. Niet om te babbelen.

Ook een hele dag vergaderen omdat iedereen er is heeft weinig met productiviteit te maken. Ik heb weleens gelezen dat de ideale vergaderlengte ongeveer een uur is. Zeker bij een goed geleide vergadering moet je de hele tijd alert zijn. Als een vergadering langer duurt zakt de effectiviteit. Men “kakt” in en telt de minuten en wordt onrustig van alle dingen die wel belangrijk zijn en nog moeten. Stel je dan even een dag vergaderen in. Nota bene op een dag in je vakantie. Je kan je trouwens ook afvragen waarom iedereen er dient te zijn op een vergadering. Er zijn maar weinig onderwerpen die iedereen aan gaan. En volgens mij is het niet altijd nodig alles te weten. Die tijd heb ik achter mij gelaten ….

We zijn verzand in een toestand waarin directies zeeën van kostbare tijd kwijt zijn om uren tot op de minuut weg te zetten in ingewikkelde Excelsheets. Deze moeten dan weer met iedereen persoonlijk besproken worden om vervolgens bijgesteld te worden omdat iemand toch een benoeming van 0,924824873 blijkt te hebben. Na dit bijstellen moeten ze weer opnieuw besproken worden. Wat een verschrikking waar we met zijn allen aan meewerken. Tijd en geld dat besteed had kunnen worden om onderwijs te verbeteren. Daar komt voor een groot deel ook de onzinnige invulling van die laatste vakantie week uit voort. De uren moeten gemaakt worden. Tot op –tig cijfers achter de komma.
Zeker onzinnig omdat we ook nog eens te maken hebben met papieren schijnveiligheden. Ergens in mijn takenlijst staat tien uur weggezet voor de commissie rapportontwikkeling. Een bedacht aantal om de uren kloppend te maken. In werkelijkheid kunnen het 5 uur zijn of misschien 23. Dat gaat geen mens (ik tenminste niet) bijhouden. 

De werkelijkheid is natuurlijk een kwestie van vertrouwen hebben in de mensen in je team. Ik richt mijn lokaal in wanneer ik wil, met wie ik wil, wanneer ik wil en hoe lang ik wil. De ene collega doet er langer over dan de ander. De ene collega wil ook meer dan de ander. We kijken elkaar niet erop aan. 
Vaak pik ik een regendag ergens in de laatste twee weken. Zo’n verloren dag. Ik probeer dan af te spreken met mijn duo en parallel. De groepsoverdracht doen we altijd in de laatste weken voor de vakantie. De groepsplannen krijg je kant en klaar van je voorganger en hoef je alleen maar aan te passen aan je eigen wensen. Is geen extra werk voor je voorganger want die hoeft zelf ook zijn of haar eerste plannen niet te maken.
In de laatste week is ook ergens een BBQ met iedereen. Ik ben daar doorgaans niet bij om bovengenoemde redenen. En dat is prima. 
Echter: mijn directie stelt wel een belangrijke voorwaarde: zorg dat op de eerste maandag je zaken op orde zijn. Maak een goede start. De directie vertrouwt me. De directie vertrouwt ons. En het mooiste is dat iedereen die maandag klaar is en dat de zaken op orde zijn. Altijd. En iedereen heeft een relaxte laatste vakantie(!)week gehad.

Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Augustus 2019  


dinsdag 13 augustus 2019

048. Het zevende gebod van Stijn: "Immer zult gij authentiek zijn"


 

De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 7: Immer zult gij authentiek zijn 


Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.

Vandaag nummer 7: “Immer zult gij authentiek zijn.”

“Wees jezelf” zei ik tot iemand.
Maar dat kon niet.
Hij was niemand.
(P.A. de Genestet)

“Wees jezelf maar. Er zijn al genoeg anderen.”

We willen graag authentiek gevonden worden. In de volksmond is dat hetzelfde als “jezelf zijn”. Wat er precies mee bedoeld wordt blijft altijd een beetje in de lucht hangen. 

Dus wat is dat eigenlijk? Authentiek
Het puzzel-synoniemen-woordenboek geeft de volgende 17 synoniemen: 1) Betrouwbaar 2) Echt 3) Eigenhandig geschreven 4) Geloofwaardig 5) Live 6) Niet vervalst 7) Onverdacht 8) Onvervalst 9) Oorspronkelijk 10) Origineel 11) Realistisch 12) Rechtsgeldig 13) Sluiting van een muziekstuk 14) Waar 15) Waarachtig 16) Waarlijk 17) Werkelijk afkomstig. (1)

Ik denk dat in ons werk voor de klas de nummer 1,2,4,9,11,14 en 15 van belang zijn. 
Als leerkracht ben je de hele dag met kinderen en volwassenen bezig. Je praat, doet voor, je leeft voor, je gaat om met emoties, je bent zelf weleens geëmotioneerd, je hebt te maken met ouders, je overlegt met collega’s en je hebt te maken met externen. Het lijkt me moeilijk en vermoeiend om steeds maar weer een rol te spelen en niet authentiek te zijn. Ik zou snel door de mand vallen.
En we kennen ze allemaal. De mensen die een pose aannemen en niet authentiek zijn. Een blinde ziet en een dove hoort de gemaaktheid.

Ik had eens een interim-directeur die na een woedeaanval van mij consequent zei: “Bertus, ik ben je dankbaar voor je feedback. Het is als een cadeau.” Zaak is dan naar de ogen te kijken. Ze vertelden iets anders. Hij kon me, terecht, wel wat aandoen. 

Waarom is authenticiteit van belang?
Arja Kerpel stelt op Wij-leren dat de volgende zaken van belang zijn om tot een goed pedagogisch klimaat te komen.
  1. De leerkracht moet aandacht hebben voor de kinderen en zich in hun situatie in kunnen leven.
  2. De leerkracht moet authentiek zijn en gezag hebben.
  3. De leerkracht moet vertrouwen in zijn leerlingen hebben. Hij ondersteunt het zelfvertrouwen van de kinderen, door hen het gevoel te geven dat ze het kunnen.
  4. De leerkracht heeft respect voor zijn leerlingen en bevordert het onderlinge respect tussen de kinderen.
  5. De leerkracht moet zorgen voor een ordelijke en functionele leeromgeving. Het geeft rust en veiligheid als de kinderen weten waar alles staat en welke functie het heeft.
  6. De leerkracht stimuleert de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel bij de kinderen.
  7. Er zijn heldere regels, dat schept duidelijkheid. Het beste is als er in de school duidelijke omgangsregels zijn afgesproken.
  8. Er is een goede structuur in de groep, dat biedt zekerheid.(2)
In het kader van deze column is nummer 2 van belang, maar ik deel ze graag allemaal. Ik vind het van belang dat authenticiteit en gezag (= aanvaarde macht) in een enkele zin worden genoemd. Ben je niet authentiek dan wordt je “macht” niet aanvaard. De kinderen weten dat je jezelf niet bent. Ik wist precies wanneer mijn moeder vroeger “namaakboos” was. En daar maakte ik dan weer dankbaar misbruik van. Ook hier keek ik weer naar haar ogen. De spiegel van de ziel zeggen ze weleens. 
Dit geheel betekent dat je best op kleine punten mag verschillen van je collega’s. Uiteraard moet de rode lijn binnen de school hetzelfde zijn. Daar heb je voor gekozen toen je op een school kwam te werken. Maar kinderen zijn niet altijd gebaat bij een eenheidsworst aan leerkrachten. 
Ten eerste omdat de wereld ook niet bestaat uit eenheidsworst. Dat is fijn. Ik was blij dat ik na die strenge meester in de derde klas die aardige, lieve meester in de vierde kreeg. 
Maar vooral omdat leerkrachten anders in een te strak keurslijf moeten functioneren. Ze zijn niet meer authentiek. Dat lijkt me op de lange duur voor leerkrachten zeer lastig te handhaven. En voor kinderen niet wenselijk. Ik denk dat kinderen hierin flexibeler zijn dan we denken. Ze lezen de ogen ….

Pedro de Bruyckere ging voor zijn promotieonderzoek in 2017 op zoek naar de criteria die maken dat een leerkracht door de leerlingen als authentiek wordt ervaren.
Hij vond er 4:
1.    Leerkrachten moeten weten waar ze het over hebben. Hij weet de lesinhoud te vertalen voor zijn leerlingen. (expertise)
2.    Ze moeten positief gepassioneerd zijn zonder een vakidioot te zijn (passie)
3.    Ze moeten klas een leerlingen het gevoel geven uniek te zijn. Het curriculum is geen belemmering en hij past de lessen aan naar de behoefte van zijn klas (uniciteit)
4.    Ze moeten professionele belangstelling hebben voor hun leerlingen. Deze interesse is professioneel. De leerlingen worden geen vrienden.  (3) (4)

Opvallend is dat de eerste drie criteria over het vak gaan. Over het lesgeven. Zeker de nummers 1 en 3 zijn aan te leren. Maar ze zijn alle 4 onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze zijn allemaal een voorwaarde om in de ogen van de leerlingen authentiek te zijn.

Enkele opmerkingen bij de criteria:
·      Er is momenteel een discussie over de toelatingsexamens voor de PABO. Ze zouden te moeilijk zijn en een afschrikwekkend effect hebben. Het eerste criterium geeft aan dat kennis en expertise belangrijk zijn. Ik denk dat het niet de primaire taak van de PABO is om feitenkennis over geschiedenis of aardrijkskunde bij te brengen. Het lijkt me niet meer dan redelijk dat een stevige basis aanwezig dient te zijn voordat men aan de PABO begint. Laten we daar alsjeblieft niet aan tornen.
·      Uit het derde criterium blijkt dat het slaafs volgen van de methode niet aan te raden is. Dat vraagt ervaring en een goed inzicht in de leerlijnen. Durven loslaten. Zeker voor beginnende leerkrachten niet makkelijk. Hier ligt dus wel een taak voor de PABO.
·      En ik ben opgelucht dat ik geen vakidioot ben. Geloof ik …. J


Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Augustus 2019

Literatuur:
5.    Pedro De Bruyckere, Authenticity Lies in the Eye of the BeholderProefschrift Open Universiteit, 2017.