donderdag 14 februari 2019

015. Hyper de Hype Hoera


Hyper de Hype Hoera.

Rages en hypes. We denken al snel aan kinderen en pubers die met fidget spinners, slime en andere snel vergeten zaken in de weer zijn. Het is van alle tijden. Ik had als kind van die polsbrekende klikklak ballen en silly putty. De eerste verdween al snel want te veel herrie en de tweede moest ik weggooien nadat ik mijn lievelingsknuffel ermee had ingesmeerd. Knuffel “Aap” werd ook meteen weg gekieperd. Een goede leerschool. Sindsdien ben ik niet meer zo hypegevoelig.

Wat is een hype?
Een hype is een verschijnsel dat tijdelijk bovenmatige media-aandacht krijgt en daardoor belangrijker lijkt dan het in werkelijkheid is. Het gevolg van dit zichzelf versterkende mechanisme kan zijn dat iets dat zich als een ogenschijnlijk verwaarloosbare kleinigheid voordoet, uitgroeit tot een werkelijk belangwekkend verschijnsel” (Wikipedia)

Ook in het onderwijs weten we daar wel raad mee. Ik heb in de bijna 40 jaar dat ik in dit circus vertoef al heel wat langs zien komen. 

Enkele voorbeelden.
Zo hadden we enkele jaren geleden ineens braingym de school binnen gehaald. We moesten in de klas ineens allerlei oefeningen en wrijfdingetjes doen met de kinderen zodat hersenen en lichaam samen meer in balans zouden raken. Ik mis zoveel, het was me namelijk niet opgevallen dat er een disbalans tussen brein en body was. Ook moesten er ineens flesjes water (het milieu!) op alle tafeltjes komen. Ik heb welwillend geknikt tijdens de vergadering toen deze ellende werd gepresenteerd en er vervolgens niks mee gedaan. Want hypes hebben de neiging binnen no time dood te bloeden. Da’s prettig. Dat scheelt het vermoeiende tegengas geven en strijden. Het water is nog wat langer gebleven (konden ze ook nog bottle flippen) maar al snel nam de aloude kraan in de natte hoek deze rol weer over. En we gingen weer gewoon lesgeven.

Een andere hype die er ineens was (ze zijn er altijd plotseling) was de iPad school. Een blinde zag dat het slecht voorbereid was door onze opiniepeiler. De methoden waren (zijn) helemaal nog niet klaar. De leerkrachten wisten niet wat te doen. Om kort te gaan. Een ramp. Die doodbloedde. Dat kinderen de dupe zijn noemen we maar onbedoelde nevenschade. Zoals vaker bij dit soort zaken.

En dan de hype: Tien minutengesprekken met de kinderen voeren. De ouders mogen dan erbij zitten en vragen stellen. Wat een onvoorstelbare onzin. Ten eerste blijven zaken onbesproken omdat je niet alles met het kind bespreekt. Wil je je ei toch kwijt dan moet je een aparte afspraak met de ouders maken. Dus totaal niet effectief. Ik dacht dat we problemen hadden met werkdruk. 
Ten tweede is een argument: De kinderen horen erbij want het gaat om hen. Dat is nog onzinniger. Natuurlijk zijn zij de spil van het gesprek. Ja, en? Ze hoeven op deze leeftijd niet bij alles waar ze wel deel van uitmaken betrokken te worden. Wij zijn de volwassenen die dit gesprek over hen voeren. Zo zijn de rollen vooralsnog. En later is dat anders. Nu niet. Men zegt dat het ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs is. Tot dit ook een vast gegeven is en men nog eerder dit soort malle dingen gaat doen. Ter voorbereiding op de basisschool.

En de lastigst uit te roeien hype heet Ontdekkend Leren. De aanhangers van deze richting laten zich niet makkelijk overtuigen van het wetenschappelijk onderbouwde tegendeel. Als je het ter discussie durft te stellen zijn pek en veren je deel. Discussies verlopen wat schreeuwerig met veel uitroeptekens, vraagtekens en een haperende caps-lock toets. 

Wat zeggen ze?
“Ontdekkend leren is een werkwijze die vooronderstelt dat de leerling ergens in psychologisch opzicht aan toe is en daarom in staat stelt hem uit te dagen om de wereld actief te onderzoeken. Hierbij is de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen het uitgangspunt. Bij ontdekkend leren wordt thematisch gewerkt en nieuwe kennis wordt in de context geplaatst. Hierdoor leren kinderen verbanden zien. Het gaat dus niet om het leren van losse feitjes. Door nieuwe kennis en vaardigheden te verbinden aan eerder verworven kennis, beklijft het beter. Daarnaast is het zo dat de leerling de leerstof beter onthoudt als hij het zelf ontdekt.” (bron wij-leren)

In deze uiteenzetting staan een aantal zaken die schuren.
Er wordt een schijnbare tegenstelling ten tonele gevoerd: thematisch leren versus losse feitjes. Het woord feitjes gaat al uit van letterlijk kleinerende vooringenomenheid. Ik geef wellicht traditioneler les maar uiteraard niet gebaseerd op losse feitjes.
Ontdekkend leren gaat uit van eerder aanwezige kennis. Dat is leuk voor de kinderen uit de stimulerende milieus. Helaas zijn er ook veel kinderen die met weinig voorkennis de school betreden. Die zullen toch echt de “feitjes” door ons aangeboden moeten krijgen. Al is het alleen maar om iedereen gelijke kansen te bieden. Ik was zo’n kind met weinig voorkennis en ben iedere dag blij dat mijn meesters en juffen mij feiten en verbanden hebben geleerd. Ik had ze zelf echt niet niet ontdekt. En mijn "natuurlijke nieuwsgierigheid" was ook niet groot. Ik vond het allemaal wel best.
Van de 30 leerlingen zullen er 3 zeker het goede zelf ontdekken. De anderen ontdekken het niet of ontdekken het verkeerde. Dat laatste is nagenoeg oncontroleerbaar en derhalve nog erger dan het eerste. En je zal met de “niet-ontdekkers” dus toch op een traditioneler manier aan de gang moeten. 
Dat de leerstof beter onthouden wordt als het zelf ontdekt wordt heb ik nog nergens in een goed onderbouwd onderzoek gezien. Laat staan in meerdere onderzoeken. En dat is toch echt nodig om verantwoord te werk te gaan.

Waarom bloedt de hype doorgaans dood?
Omdat, zoals vaak, er niet wordt gekeken naar de echte behoeften van kinderen. Waarom zou ik gaan mindfulnessen met kinderen of yoga in de klas doen. Doorgaans is er een enthousiaste voortrekker in het team die de klok ergens een keer heeft horen luiden en daarna op een stokpaardje is gaan zitten. 
Hij of zij krijgt tijd en ruimte op een plenaire vergadering en enkele mensen reageren primair enthousiast. Je hebt altijd mensen die alles leuk vinden. Mensen in het onderwijs kun je soms knollen voor citroenen slijten. Ik ben zelf ook geregeld met knollen thuisgekomen. 
En voor je het weet zit je dus te braingymen met de hele school. Liefst met een schoolbrede aftrap met veel lawaai en een podium op het plein. Op maandag. Om half negen. Dan weet meteen iedereen welke nieuwigheden er nu weer enthousiast binnengehaald zijn.
Gelukkig is er na die vergadering en aftrap doorgaans geen follow up en dus sterft het experiment een zachte dood. We hebben het er nooit meer over. Het leeft namelijk niet.

Maar dat is het wel … een experiment. Een probeersel aan de hand van niet doordachte concepten die doorgaans op geen enkele wijze wetenschappelijk aantoonbaar zijn. Vraag de hype-adepten maar eens waar je de onderbouwing van de beweringen kunt lezen. Die zijn er doorgaans niet of flinterdun met een niet betrouwbare bron. En dus kunnen we spreken van experimenteren met kinderen. Een zeer laakbaar gegeven wat mij betreft.

Ik stel een nieuwe hype voor. Trendsetter die ik ben. Een hype die zich bewezen heeft en die wetenschappelijk verantwoord is. Aftrappen op het schoolplein hoeft niet. Gewoon doen is meer dan voldoende.
Die hype is: “Gewoon verantwoord lesgeven, alle kinderen gelijke kansen bieden en een goede basis leggen voor al die jaren die nog komen.” En dat mag best weleens saai en vervelend zijn. Ik hoop dat ouders niet zullen accepteren dat deze hype doodbloedt. Laat die hype maar weer in een trend veranderen.

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Februari 2019 



Verder lezen:






·     Wat we kinderen echt kunnen leren (over feiten en fictie in onderwijs)
            Daniel T.WIllingham (bewerkt door Pedro de Bruyckere)
            Lannoo Campus 2016
            ISBN 978 94 014 3542 0



Geen opmerkingen:

Een reactie posten