De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 5: Zeg wat fout is en wat goed
Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.
Vandaag nummer 5: Zeg wat fout is en wat goed.
Het schrijven van onderwijscolumns en het beheren van een onderwijspagina is een aangename bezigheid. Je wordt al doende een beetje een bekende in onderwijsland. Het is grappig als mensen naar je toekomen en vragen of je “hij van Onderwijsenzo” bent.
Maar schrijven voor leerkrachten betekent ook dat je schrijft voor het meest kritische publiek dat er is. Bijdragen worden vaak met een stofkam gelezen. Fouten zoeken zit in ons DNA.
Ik ben, geloof ik, redelijk taalvast maar er sluipt weleens een taal- of spelfoutje door. Soms door onwetendheid, soms door een niet opgemerkte automatische iPad correctie en soms doordat ik dingen heb vervangen of verplaatst. Schrijven is schaven en soms ben je vergeten waar je hebt geschaafd.
De reacties van collega’s op die fouten zijn op zijn zachtst gezegd niet mis:
- “Dat jij jezelf leerkracht durft te noemen!”
- “Ik zou mijn kind nooit aan jou toevertrouwen.”
- “Those who can’t teach …. Teach.” (mijn Nederlandse spelling wordt dan met een Engelse dooddoener gecorrigeerd)
Let wel. Dit zijn de reacties van collega’s (!) op een enkele –dt fout. Het meest vervelende is dat de rest van de reacties gaat over DE FOUT en dat de eigenlijke boodschap in de column wordt genegeerd. De boodschap die ik zo graag wilde vertellen. De boodschap waar ik zo graag een discussie over wilde beginnen.
Uiteraard zet je jezelf wel enorm te kijk als zeer onsympathiek als je zo reageert. Hoe denkt de schrijver zelf over te komen als hij dit schrijft? Het heeft vooral een hoog “kijk mij eens goed kunnen spellen en ontzettend deugen” gehalte. Dat is niet slim. Ze roepen dat ze mijn collega niet zouden willen zijn. Dat gevoel is dan wederzijds. Zijn we het gelukkig over een ding wel eens.
Maar ik ben altijd wel blij als ik via een persoonlijk berichtje op een fout word gewezen. Ik bedank dan en corrigeer onmiddellijk. Zonder fouten is het streven. Want fouten leiden af van de boodschap in dit geval.
Maar ook voor volwassenen geldt hetzelfde als in de klas geldt: “Complimenten schreeuw je en kritiek fluister je.”
Toch is fouten maken voor de meesten van ons wel een dingetje. We roepen allemaal wel dat fouten maken mag. Maar dat geldt niet voor onszelf.
In het onlangs door mij besproken boek “Leergeluk” kwam ik de volgende quote tegen: “Maak je nooit fouten, dan ben je iets aan het doen dat te makkelijk voor je is.” (1). Deze vind ik veel mooier dan de dooddoeners “Van je fouten leer je” of “Fouten maken mag”.
Wat het voor ons leerkrachten moeilijk maakt om kritiek te geven is het feit dat kinderen thuis vaak weinig kritiek krijgen. Kinderen horen vaak alleen maar dat iedere uiting die ze doen “fantastisch” en “geniaal” is. Vaak worden deze zaken ook nog eens uitgebreid gedeeld op de sociale media. Met bergen likes en steunbetuigingen van familie en aanverwante bekenden als gevolg. Het kind wordt als geweldig behandeld en zal zich ook geweldig voelen. Het gaat vaak over (sport)prestaties, tekeningen en andere uiterlijke zaken van voorbijgaande aard.
“Je hebt hard gewerkt maar het is nog niet gelukt” is eigenlijk een veel mooier compliment dan “Wat een fantastische tekening”. Het woordje “nog” maakt het helemaal af. Daar spreekt hoop en vertrouwen uit.
Je kunt je afvragen of vanuit het fantastisch vinden van alles een prikkel uitgaat om jezelf verder te ontwikkelen. (2)
“Het gaat om de combinatie: goedkeuring om te bevestigen en de moed erin te houden en kritiek om te stimuleren tot verandering en verbetering.” (2)
Kinderen op fouten wijzen noemen we tegenwoordig verzachtend feedback of terugkoppeling geven. Of erger …. tips en tops geven. De ergste hoorde ik pas: “Geef eerst drie tops en alleen dan pas een tip.”
Je leest weleens dat feedback een cadeautje is. Onzin. Feedback is vaak onprettig en rottig, maar wel nodig om verder te ontwikkelen. Bij feedbackrondjes zit ik met buikpijn te wachten tot ik aan de beurt ben. Pak het niet in met gekleurd papier en een strikje. Wees eerlijk en oprecht. Daar heeft de ontvanger veel meer aan.
Denken we trouwens echt dat kinderen achterlijk zijn? Ze hebben heus wel door dat je gewoon de foute en goede dingen aan het benoemen bent. Met je tips en tops. En dat mag ook. Waarom moeten alles tegenwoordig met groene pen en andere omtrekkende bewegingen?
Wat het kind wil voelen is dat je je kritiek met een constructieve intentie geeft. Kritiek die aanstuurt tot verbetering en verandering. Dat je aangeeft dat fouten maken moet omdat het soms niet makkelijk is. Maar dat de beloning erna des te groter is. Want als het lukt heb je de beste feedback ooit te pakken. Daar kan geen leerkracht tegenop.
En laat zien dat volwassenen ook fouten (mogen) maken. Ik maak geregeld fouten in de klas en ik vind het leuk als kinderen de fout ontdekken en mij erop wijzen. Ik verbeter en we gaan samen door. De wereld draait gewoon door. Fouten maken is een gewoon gegeven.
Ik eindig met het leuke deel: complimenten geven.
Het moge uit het voorafgaande duidelijk zijn dat het lukraak roepen dat elke prestatie of uiting fantastisch is weinig effect sorteert. Kinderen kunnen zelfs een mate van faalangst ontwikkelen. Nieuwe uitdagingen zijn geen uitdagingen meer, maar eng en te vermijden. Blijf binnen je comfort zone waar alles toch al fantastisch is.
Een effectief compliment moet aan een aantal criteria voldoen: (3)
1. Duidelijk en concreet. Alleen “goed zo” zeggen is niet voldoende (Note to self: Ik zeg het te vaak. Gedachteloos. Leermoment.)
2. Zorg dat het kind voelt dat je het meent.
3. Geef het compliment snel.
4. Wees specifiek.
5. Complimenteer de inzet, niet het resultaat.
Mijn doel voor de komende periode is minder gedachteloos complimenten geven. Maar echt gemeende, oprechte complimenten en kritiek. Zaken waar een kind (en volwassene) meer verder kan.
Onderwijsenzo
Mei 2019
Literatuur:
4.
Verder lezen:
· https://zienindeklas.nl/wp-content/uploads/2017/10/ARTIKEL-NEOMI-WAT-WIL-JE-EEN-LEERLING-LEREN-.pdf