1000
Columns schrijven is fijn. De vorm is redelijk vrij, je mag gewoon je mening ventileren en de restricties zijn gering.
Ik heb voor mezelf maar een enkele beperking aangebracht. Ik wil dat een column ongeveer 1000 woorden telt. Soms moet ik schipperen om dit aantal te halen omdat ik met 800 woorden er wel ben en niet in herhalerige prietpraat wil verzanden. Soms moet ik schrappen omdat mijn ei niet in 1000 woorden past. Dat maakt columns schrijven een proces dat er makkelijker uitziet dan het is.
Over ieder woord is nagedacht. Ik realiseer me dat ieder woord impact kan hebben. Ieder woord doet ertoe.
Soms staat er een verkeerd woord en zoek ik, soms samen met een medelezer naar een alternatief.
Soms maak ik een spelfout en is er iemand die mij daarop wijst. Vaak op een prettige manier en soms ook vilein en kwetsend.
Mijn eerste columns rammelden en konden inhoudelijk en schrijftechnisch wel enige verbetering gebruiken. En misschien nog wel. Ik ben op dit gebied autodidact.
Maar het doel van iedere column is hetzelfde. In ongeveer 1000 woorden mensen aan het denken zetten en samen kijken hoe we weer verder kunnen. De intentie is positief.
Ik sta dit jaar voor het 37e jaar voor de klas. Ik ben begonnen toen de basisschool nog kleuterschool en lagere school was. Lesgeven was toen nog simpel. Administratie minimaal. Weinig vergader- en regeldruk. We namen in groep 8 de eindtoets af en dat was het.
Inmiddels heb ik ongeveer 1000 leerlingen onder mijn hoede gehad. Ik denk dat ik ze allemaal nog ken. De meesten bij naam (en die waren soms best ingewikkeld in mijn jaren in Amsterdam-West). Ik weet vaak nog wie hun ouders zijn en bij de meesten weet ik ook nog een kleine anekdote. Hun sterke en minder sterke punten.
Waarschijnlijk weten zij alle 1000 ook nog wie ik ben. Wat mijn stopwoordjes en andere rare gewoonten zijn. Welke vakken is graag geef (rekenen en zaakvakken) en welke vakken ik een beetje ontloop (muziek en gymnastiek)
Ze kunnen zich mijn grapjes, die soms helemaal niet zo leuk zijn, herinneren. Ze weten nog dat ik een beetje verslaafd aan koffie en groene Merci ben. Ze herinneren zich mijn boze mopperuitvallen en vrolijke momenten.
Ik heb, weet ik wel zeker, 1000 keer impact gemaakt. Denk je eens in. Jullie ook!
De overeenkomst tussen de eerdergenoemde 1000 woorden en deze 1000 kinderen is groot.
Ook bij kinderen gaat er weleens een woord verkeerd. Ik zoek dan, samen met een ander, een alternatief zodat het weer loopt en we weer verder kunnen.
Soms maak ik bij kinderen ook weleens een fout. Ouders of collega’s wijzen mij erop en ik corrigeer. Men weet dat de intentie klopt.
Net als mijn eerste columns waren mijn eerste onderwijsjaren jaren waarin ik leerde, schaafde en bijstelde. Ik werd steeds beter.
Maar het doel van lesgeven en columns schrijven is samen verder kijken en samen verder komen. Soms prikkelend, soms een beetje rammelend, maar altijd weer samen verder …..
De grootste verandering in al die jaren is de waardering die ik heb gekregen. De overeenkomsten tussen de 1000 woorden en de 1000 kinderen gaan hier soms een beetje mank.
De waardering van de kinderen is onveranderd. Een leerling uit haar schulp zien kruipen en aan je tafel zien staan met een vraag en een malle grap is geweldig. Zeker als je trots bent omdat ze eerst niet durfde. Haar blik na jouw compliment is onbetaalbaar. Ze vindt me inmiddels zo'n malle, oude oom die leuk uit de hoek komt op verjaardagen. En ze vraagt me de oren van mijn hoofd.
Ook de waardering van ouders ervaar ik in al die jaren als nagenoeg onveranderd. Ze zijn wellicht kritischer en ze willen soms meer dan eerst. Maar als je het afpelt en benoemt dat je allemaal hetzelfde doel hebt is er altijd een dialoog mogelijk. Ik heb nog nooit iets anders meegemaakt. En deze anekdote mag je dus keer 1000 doen.
Directies waarderen ons ook. Ze komen er soms niet aan toe. Ze worden opgeslokt door de waan van de dag en alle rapportjes, protocolletjes en dergelijke. Maar als we even de rust hebben om een kop koffie te drinken en echt even te praten merk je de waardering. Maak eens tijd voor die rustmomenten met je leidinggevende. Zij zijn mensen en jij ook.
Maar nu de grote verandering in waardering. Die mis ik bij de mensen die mij nog nooit aan de slag hebben gezien. Die vanachter een bureau hun flinterdunne visie over ons uitstrooien. Die vanuit een hoog Haags gebouw sigaren uitdelen. Sigaren uit eigen doos.
Ik kan niet blij zijn met een sigaar uit eigen doos, want ik rook niet. Roken is slecht.
Oh, de woorden die ze zeggen zijn mooi en vol waardering.
Uit de Troonrede van dit jaar: “Desondanks blijft het probleem van het lerarentekort nijpend. De regering blijft bevorderen dat nog meer mensen voor dit mooie beroep kiezen.”
Daar is hij weer. De mantra van het mooie beroep. Je moet je maar geroepen voelen. Ik ging wel even rechtop zitten. Zou het dan toch …..
Maar de kater kwam zoals altijd weer later bij de Miljoenennota.
En die werd tijdens de beschouwingen nog eens groter.
De publieke opinie was aan het eind van de week al weer anders. “Ze moeten niet zeuren, ze ‘krijgen’ al zoveel. Het is nooit goed.” Weer een kans voorbij.
Ik zou zo graag van die 1000 leerlingen 1300 leerlingen willen maken. Ik wil zo graag 1300 keer impact maken en onthouden worden. 1300 keer een kind dingen leren en glunderend naar huis zien gaan. Dat kan ik helaas alleen in alle rust doen. En die ontbreekt.
Ik schreef in het begin dat columns schrijven een proces is dat er makkelijker uitziet dan het is. Dat geldt ook voor ons vak. Lesgeven ziet er vaak soepeltjes uit. Maar ook hier wordt over alles nagedacht. En stellen we constant bij om tot het beste resultaat te komen. Als je veel lezers hebt heb je een verantwoordelijkheid. De overeenkomst met lesgeven is groot.
Mijn column is af. Het is me weer gelukt om in 1055 woorden mijn ei te leggen. Een ei uit het hart. Ik hoop dat het geen rot ei gaat worden. Daar gooi ik liever mee.
Bertus Meijer / Onderwijsenzo
September 2019