zondag 28 juli 2019

044. Artikel 23


Artikel 23


In de bijna 40 jaar dat ik nu meedraai in het circus dat (bijzonder) onderwijs heet laaide de discussie over het al dan niet afschaffen van artikel 23 geregeld op. Doorgaans aangewakkerd door een of meerdere incidenten.
Momenteel is de discussie weer opgelaaid. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de huidige discussie vooral wordt aangewakkerd door het “gedoe” op het Amsterdamse HAGA lyceum.
We laten ons zoals gewoonlijk weer door incidenten leiden. Als dergelijke incidenten op de achtergrond meespelen is een objectief verlopende discussie moeilijk.

Wat staat er nu eigenlijk in artikel 23? Het betreft in dit geval vooral de artikelen 6 en  7.
Hierin lezen we:

Artikel 23, lid 6

·     Deze eisen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd. (1)

Artikel 23, lid 7

·     Het bijzonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, wordt naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt de voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend. (1)

In de oplopende discussie doen veel mensen een plasje over de materie. Dit doorgaans gebaseerd op anekdotische bewijzen. Omdat deze “bewijzen” vaak een eigen leven gaan leiden en voor waar worden aangenomen is de discussie nog troebeler. Mensen die niet verder lezen dan de koppen die als oneliner fungeren nemen waarheden aan die niet waar zijn.

Op 27 juli 2019 deed Nelleke Noordervliet in de column ‘Drie verschillende ingangen voor een basisschool – uit angst” in Trouw een duit in het zakje.(2)

Haar bio in Trouw is als volgt
·      “Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 1945) schreef meerdere romans, novelles en theaterstukken. In 2018 won ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre. In haar column in Trouw bespiegelt ze tweewekelijks op de actualiteit.”
·       
Ik zie weinig helaas onderwijsgerichte achtergrond. Maar dat hoeft, merk ik steeds meer, tegenwoordig ook niet.

Deze column staat helaas bol van de anekdotische bewijzen en aannames uit een ver verleden die daar ook moeten blijven.

Enkele citaten:
·      “De bijzondere scholen mogen volhouden dat zij ook aandacht besteden aan andere levensopvattingen, feit blijft dat de eigen overtuiging luid en duidelijk als de beste wordt gepropageerd.”

In een column of opiniestuk mag je lekker zeggen wat je wil. Ik doe dat (hier) ook. Maar ik ben toch benieuwd waar dit “luid en duidelijk” propageren van het eigen gelijk nog wordt uitgevoerd. Zeker waar het niet als zijnde een mening maar als een feit wordt gepresenteerd. 
In een column moeten de feiten kloppen en mag je aan de hand van die feiten je mening formuleren. De feiten in de column van Nelleke Noordervliet zijn gedateerd en weinig ter zake doende. 

Voorts komt er dan de anekdote over de basisschool (!) met drie verschillende ingangen.

  • "In de jaren tachtig, toen ik gemeenteraadslid was van een flink dorp in de Randstad, werd ik nog geconfronteerd met de bouw van een basisschooltje met drie verschillende ingangen voor drie verschillende denominaties. De katholieken en de protestanten waren bang voor elkaar, en allebei waren ze bang voor de openbaren en dus dwongen ze die oplossing af. God verhoede dat de kinderen elkaar op de gang en het schoolplein tegenkwamen!" 
Drie ingangen omdat a en b bang voor elkaar waren en samen waren die weer bang voor c. 
C was stoer, want blijkbaar nergens bang voor. De schrijfster zat toen in de gemeenteraad. Google leert me dat ze fractievoorzitter voor de PVDA in een niet nader genoemde gemeente in Noord Holland was in de periode 1978-1985. Zo ver ik me kan herinneren was er toen nog geen sprake van een basisschool. We voeren deze discussie wel op basis van heel gedateerde anekdotes. Voorts vraag ik me oprecht af of de term “bang” ook echt is gevallen in die periode of dat we hier met een interpretatie te maken hebben. (3)

De volgende citaten:
“De reden voor de meeste ouders om hun kind naar een bijzondere school te sturen is de optelsom van alle onterechte voordelen die de wetgever het bijzonder onderwijs verstrekt.”

"In Nederland gaat volgens de cijfers 70 procent van de leerlingen naar een bijzondere school."

"De reden voor de meeste ouders om hun kind naar een bijzonderen school te sturen is de optelsom van alle onterechte voordelen die de wetgever het bijzonder onderwijs verstrekt."

Dit geheel kan de auteur niet menen. Gelooft de schrijfster echt dat ouders niet naar afstand, sfeer, onderwijskundig concept of geloof kijken, maar dat ze de onterechte voordelen die bijzonder onderwijs volgens haar heeft op een rijtje zetten? Dit naast de ogenschijnlijk aanwezige nadelen van openbaar onderwijs. En dat gebeurt dan ook nog eens door 70% van alle ouders. Op het gevaar af anekdotisch te zijn kan ik stellen dat ik er nog nooit eentje ben tegen gekomen. Laat staan 70%. Helaas wordt ook dit als feit gepresenteerd. Zonder onderbouwing. 

Jamal Ouariachi schrijft over dit onderwerp ook een column in Trouw van 22 juli 2019. (4)
De titel prikkelt al: "Religieus onderwijs staat de ontwikkeling van kinderen in de weg.” 
Een oneliner die blijft hangen. 

In deze column probeert de schrijver aan te tonen dat de vrijheid van onderwijs de vrijheid van kinderen om zelf te kiezen beknot.
In het bijzonder onderwijs krijgen de kinderen te maken met een inperking van hun vrijheid om kennis te maken andere waarheden dan die ze van huis uit meekrijgen. 
Dit is een te grote generalisatie. Het zal ongetwijfeld voor een aantal strenge ouders en scholen zo gelden. 
Maar …… dat zal ongetwijfeld ook voor enkele ouders die van huis uit het atheïsme aanhangen en hun kinderen om die reden naar openbare scholen sturen. Dat laatste kan geen reden zijn om dan maar te pleiten voor afschaffing van het openbaar onderwijs. Het land zou te klein zijn als dat geopperd werd.

Ik lees ook het volgende: "Daarachter schuilt tevens de hardnekkige opvatting dat een leven zonder religie noodzakelijkerwijs een leven zonder moraal is."

Ouders die voor het religieus onderwijs kiezen denken ook niet dat het openbaar onderwijs geen moraal kent. Ze snappen net als iedereen dat dat niet zo is.
Ze zijn religieus, niet dom. Om dan om het tegendeel te bewijzen door alle wreedheden die in naam van de godsdienst gepleegd zijn aan te halen is een flinterdun argument.
Zo ver ik weet hingen Hitler en Stalin geen religie aan. Wel een verderfelijke ideologie maar daar gaat de column van Jamal Ouariachi duidelijk niet over. Religie is zijn invalshoek.

Ik pleit er dus voor deze discussie zeker te voeren, maar op een moment dat er in het onderwijs rust in de tent is. En men niet geleid door incidenten en actuele gebeurtenissen gaat praten. Niet beïnvloed door de ervaringen met wellicht enkele scholen van een enkele denominatie maar over het hele bijzonder onderwijs.
Als we deze discussie dan ook nog eens aan deskundigen overlaten en de ervaringsdeskundigen met een vervelende onverwerkte ervaring ergens in de jaren ’60 even buiten beeld blijven hebben we de kans dat we er nog iets mee opschieten ook. Win-win dus.


Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Juli 2019

Literatuur:


zondag 21 juli 2019

043. 40 discussietrucs waar ik niet meer intrap









40 Discussietrucjes waar ik niet meer intrap.

Discussies in het onderwijs, ik heb het al eerder aangegeven, zijn een slangenkuil. Ik leer alvast wel van om ieder woordje op een goudschaal te leggen en mijn woorden zorgvuldig te kiezen. Dingen die jullie lezen zijn meestal versie 31.8 of zo. Als ik versie 1.0 op het net gooi wil niemand mij nog spreken. En nog kan het vreselijk misgaan omdat men als een woedende bok op de haverkist zit en met een stofkam zoekt naar woorden die je mening zwakker maken. Want winnen is het doel. Ik vind dat wel grappig sneu en het maakt me als schrijver oplettender. Ik win er dus bij. Ik leer dus van. 

Deze discussies (met onderwijscollega’s of ouders) kennen doorgaans een aantal discussietrucjes en drogredenen die ik inmiddels redelijk doorzie en waar ik dus niet meer warm of koud van word. Ik trap er niet meer in. Ik zie er 39. Deze bijdrage groeit trouwens door jullie (on)bedoelde inbreng. Ik begon met 11 trucs.

Truc 1:
“Het is nu eenmaal zoals ik het zeg. PUNT.”of “…….. PUNT UIT.” 

Dit is de beste manier om een “discussie” op de onprettigste manier dood te slaan. Het klinkt een beetje arrogant en betweterig. Maar vooral klinkt het als een uiting van paniek van iemand die de discussie niet meer helemaal in de hand heeft. Voorts geef je de ander het gevoel dat deze een jaar of vier oud is. “Bertus, je krijgt geen ijsje. Punt uit.” 

Truc 2:
“Ik heb nu eenmaal vrijheid van meningsuiting.”

Mensen die dat zeggen gebruiken die vrijheid doorgaans niet om vriendelijke, opbouwende zaken of iets dergelijks te zeggen. Opbouwend mag trouwens best kritisch zijn. Een andere mening lezen is vaak prettig en verhelderend. Maar als men vrijheid van meningsuiting verwart met vrijheid van oprisping ben je mij kwijt. Doorgaans spreken we niet eens over een mening. Een mening is voor mij iets waarover nagedacht is, iets dat overwogen en gewogen is. Een oprisping blurpt eruit. Da’s iets anders …..

Truc 3:
“Jij polariseert.”

De meest recente dooddoener die geregeld langs komt. Als er een zwart-wit mening (ook zo’n term) wordt verkondigd kun je dit naar je hoofd geslingerd krijgen. 
Polariseren is volgens woorden.org: “door het benadrukken van ongelijkheid en tegenstellingen de spanning tussen (groepen) mensen vergroten” (1)
Dus als je voor je mening staat en daarin weinig toegeeft vergroot dat de spanning. Volgens mij zijn er voor spanning in bijvoorbeeld elektriciteit toch echt twee polen nodig. 
Voorts vraag ik me af waarom het erg zou zijn dat er twee polen zijn die tegenover elkaar staan. Daar wordt doorgaans wat panisch over gedaan. Hetgeen me brengt tot truc 4.

Truc 4:
“Heeft iedereen niet gelijk en moeten we niet de gulden middenweg bewandelen?”

Dat is, denk ik, de meest Nederlandse. Het poldermodel in een enkele zin samengevat. Grijs moet het zijn. Zwart-wit is eng. Wat is dat voor neiging om water bij de wijn te willen doen om tot een halfzacht alternatief te komen? Zeker omdat men doorgaans vindt dat de ander dat moet doen. Ook hier is de paniek voelbaar. Oh jee, mensen denken anders en dadelijk krijgen ze nog voet aan de grond ook. Even kijken wie hier een like uitdeelt. Laat de boel nu eens lekker uitkristalliseren. Wie weet wat er uitrolt.

Truc 5:
“We moeten samenwerken.”

Ook zo’n mantra. Ik wil soms helemaal niet samenwerken. Om dezelfde reden die ik bij 4 noem. En even onder ons: Ik. Moet. Niks.

Truc 6:
“Wat is dit voor een onzin ??????!!!!!!!??????!!!!!!”

Een oude truc die soms ineens terugkomt is het overdadig gebruik van zinloze interpunctie. Als je een vraag stelt met zeven vraagtekens erachter geef je aan dat je degene op wie je reageert een onnozel iemand vindt. De lezer ziet dat ook en de persoon staat onmiddellijk op achterstand. Hoewel het natuurlijk iets is dat kinderen gebruiken in opstellen als ze met hun net geleerde interpunctie willen spelen. 

Truc 7:
“IK SCHREEUW NIET!”

Deze truc is bijzonder want te gebruiken in combinatie met alle andere trucs voor ogenschijnlijk optimaal resultaat. De caps Lock terreur is ook, gelukkig, aan de uitstervende hand. Het is ook zo ontzettend 2008. Ik denk dat iedereen inmiddels weet dat het schreeuwerig en een beetje ordinair overkomt. 

Truc 8:
“Je hebt gelijk, maar …….”

Mijn wijze hordenmoeder zei vroeger als ik “maar” zei; “Bertus, zeg geen ja maar, zeg gewoon nee.” Het is een trucje waarmee je de opponent het gevoel geeft met hem eens te zijn om vervolgens terug te slaan. 

Truc 9:
“Ik heb zelf met mijn kinderen het volgende meegemaakt. Dus ……”

Kent u de term anekdotische bewijsvoering? (denk de stem van Dominee Gremdaat er zelf even bij) Vooral ouders maken er in internetgroepen gebruik van (tip: ga eens op een pagina voor hoogbegaafden kijken. Je komt iedere truc hier genoemd tegen). Mensen hebben een enkele ervaring met een kind bij een leerkracht waar het niet liep, met een directeur die niet adequaat reageerde of een bevoegd gezag die onbevoegde dingen deed en meteen is de hele groep leerkrachten, directeuren of besturen een falend geheel. Het hele onderwijs is meteen slecht. De anekdote als levend bewijs. 
Allereerst is een anekdote natuurlijk altijd gekleurd en natuurlijk zeker niet representatief voor een gehele (beroeps)groep. Maar omdat de verhalen het zo lekker doen trappen we er gretig in. Niet doen …… de onderbouwing is nihil. 

Truc 10:
“Ik heb niets tegen traditioneel hoor. Als jij zo denkt is dat prima.”

Daarna volgt er steevast een verhandeling waaruit blijkt dat traditioneel gelijk staat aan spruitjeslucht, lijfstraffen en andere zaken die mensen verbinden met de jaren 40. Ik heb er weleens voor gepleit om de termen traditioneel en vernieuwend te veranderen in effectief en niet-effectief. Dit niet per ongeluk zonder het woordje respectievelijk ertussen. 

Truc 11:
“Als jij het zegt zal het wel zo zijn. Prettige avond verder.” 

Als ik wederhelft op de kast wil krijgen zeg ik dit om mij meteen om te draaien. De discussie wordt beëindigd met een vriendelijk klinkende afsluiter terwijl een blinde ziet dat je die persoon liever een rotavond wenst. Vilein noem ik dat. Terug reageren is ook niet meer mogelijk want de persoon in kwestie heeft de iPad waarschijnlijk in de hoes gedaan en is tevreden verder gegaan. Tevreden omdat de tegenpartij “lekker niks meer kan”. Vingers in de oren en hard “nanananana” zingen. Ik zeg expres tegenpartij want deze persoon denkt in strijdtermen. Een strijd die je kost wat kost dient te winnen. Gelijk voor geluk. 

Truc 12:
“Je zal er iets mee moeten ......”

Ik. Moet. Niks. 


Truc 13:
“Je gaat altijd in de verdediging.”

Wordt doorgaans gezegd door mensen die een beetje bang zijn dat hun standpunten niet zo geweldig zijn en dat de ander ze onderuit gaat halen. Want gezichtsverlies is een ramp. De term verdediging (kan ook vervangen worden door defensief) geeft aan dat een discussie voor hen een enorme strijd is die in hun voordeel beslecht dient te worden.
Truc 14:
“Je gaat altijd meteen in de aanval.”

Zie truc 13. Alleen is het dan niet de bedoeling dat de tegenstander met argumenten komt die de zwakke redenatie van de ander onderuit kunnen halen. 

Truc 15:
“Okay, jij hebt gewonnen. Ben je nu blij?”

Eigenlijk geef je dan aan dat de ander niet gewonnen heeft maar dat je argumenten in de discussie op zijn. Je weet het niet meer en kan alleen maar sneerderig eindigen. Want eigenlijk vind je helemaal niet dat de ander gewonnen heeft en je hoopt zeker niet dat deze blij is. Wat rest is een kater.
Truc 16:
“Dit leidt nergens toe. Jammer.”

Lees: “Ik zie al dat ik geen gelijk van je ga krijgen en zoek een manier om deze discussie zonder gezichtsverlies af te ronden.” Het ziet er wel chic uit. Maar het is natuurlijk ook een beetje sneuig. 

Truc 17:
“Ik vraag dit voor ......”

Het is soms een beetje moeilijk om voor je standpunten uit te komen. Uit alle trucs hier kun je afleiden dat er gevaar is om afgefakkeld te worden. Daarom kan deze zin gebruikt worden zodat het lijkt dat een ander malle dingen zegt. Dat terwijl je zelf een eigenlijk beetje rare dingen vindt. Een doorzichtige truc.

Truc 18:
“Dus jij vindt dat ......”

De ander moet dan zijn standpunt van jou herhalen. Da’s natuurlijk best raar want even naar boven scrollen is blijkbaar iets te veel moeite. De ander herhaalt en jij kan ondertussen nadenken hoe je de ander van repliek kan dienen. Liefst bot en weinig opbouwend. Je kan het zinnetje “Dus jij vindt dat …” ook bijna niet lezen zonder een rottig toontje te horen. Probeer maar. 
Truc 19:
Het is wordT met een T op het eind.

Deze is dodelijk. Het gesprek loopt weer eens niet lekker. Gelukkig maakt de ander een spelfout. Een koei van een fout. Een spelfout die als afleidende munitie gebruik kan worden en derhalve ook als dusdanig wordt ingezet. Want het gevolg is dat in de draad eronder iedereen over de spelfout gaat zeuren en niemand meer over het eigenlijke onderwerp discussieert. Iemand op een spelfout wijzen via PB kan ook, maar dan laat je niet zien aan de wereld hoe ontzettend goed je kunt spellen en hoe onaardig je eigenlijk bent. 

Truc 20:
“Iedereen weet toch dat .....”

En de ander staat weer te boek als dom. Iedereen weet iets en alleen je weet dat niet. Hoe haal je het in je hoofd om mee te durven praten. Je weet niks. 

Truc 21:
“Onderzoek heeft uitgewezen dat .....”

Ik vraag dan altijd naar links naar het onderzoeksverslag. Doorgaans wordt het stil aan de overkant. Of er komt een onderzoek met een referentiegroep van 3 man. Ook wordt er gestrooid met anekdotes. (“Ik ken tientallen leerkrachten die ….. dus ….”)

Truc 22:
“BLOCK”

Met dit enkele woordje kondig je aan de ander te blokkeren. Je kondigt het trouwens alleen maar aan, want je wil natuurlijk wel de wanhopige reactie van de ander nog even zien. Niet om erop te reageren maar om je te verkneukelen. Als mensen racistisch, “op de persoon”, onredelijk of anderszins reageren block ik ook weleens. Maar niet omdat hun onderbouwde (!) mening haaks op mijn mening staat.

Truc 23:
“Wat reageer je boos. Waar ligt je frustratie? Wat een frustraties allemaal weer.”

Je reageert als leerkracht op een opmerking van iemand anders en voordat de zin uit je toetsenbord is gerold ben je veranderd in een perfect opvolger van Freud. Je kan aan de hand van niks iemand analyseren en constateren dat iemand gefrustreerd is. Als je geen psycholoog bent moet je dat niet doen. Blijf maar lekker bij je leest. Als je wel een psycholoog bent moet je dat ook maar niet doen want je hebt dan te maken met iets van een beroepsgeheim.

Truc 24:
“Dat doe je nou altijd.”

Of dat zo is doet er niet eens toe. De zender kan doorgaans eerdere voorbeelden niet terugvinden. Dat hoeft ook niet want de ander staat onmiddellijk te boek als een drammende zeurpiet die te pas en te onpas zijn rare en laakbare mening de wereld in smijt.

Truc 25:
“Je speelt op de man.”

Het is natuurlijk nagenoeg onmogelijk in een discussie om niet op de man te spelen. Als je dit tegen de persoon zelf doet lijkt het me niet onoverkomelijk. Over een derde die niet meeleest is niet echt netjes (soms ook een leerpunt voor mij trouwens). Maar als ontvanger van deze dooddoener sta je onmiddellijk bij de niet zo oplettende lezer als onprettig en gemeen.

Truc 26:
“Jij hebt de neiging om …..”

Klinkt leuker dan het is. Het woord neiging heeft een negatieve bijklank. Neiging als aandrift, aandrang en aanvechting. Ik heb de neiging om teveel paprikachips te eten. Best wel negatief op de langere termijn.

Truc 27:
“Misschien is het goed om eens buiten je eigen bubble te kijken.”

En ineens zit ik in een bubble. En wat goed voor mezelf bepaal ik doorgaans graag zelf. “Misschien is het goed ….” heeft natuurlijk ook iets betuttelends. “Bertus, misschien is het goed als een slabbetje omdoet voor je met deze hitte een softijsje eet.”

Truc 28:
“Je moet eens buiten je comfort zone komen.”

Uiteraard werkt het woord “moet” hier natuurlijk als een rode lap op een stier. Maar het tweede deel is ook wat vervelend. Deze Engelse term staat voor stilstand, spruitjesgeur en conservatief. Sommige mensen hebben een ziekelijke hang naar verandering. “Het hele onderwijssysteem moet anders. Dat zal iedereen duidelijk zijn.” Op de onderbouwing van deze als wet gepresenteerde uitspraak kun je doorgaans lang wachten. 
Wil je dat niet dan wil je in je comfort zone blijven. Daar kan ik twee dingen over zeggen:
Ten eerste het huidige onderwijs een comfort zone noemen getuigt van weinig verstand van zaken. Ten tweede vraag ik me af waarom dat ding comfort zone heet. Het is er soms wel prettig. Daarom heet het zo.

Truc 29:
“Wat is je probleem nou? Eigenlijk.”

Ook een parel van een truc. De schrijver hiervan heeft namelijk geen probleem maar de ander. En die kan dat blijkbaar niet zo goed onder woorden brengen en dus wordt er verduidelijking gevraagd. 

Truc 30:
“Ja, en?”

De opmerking die gemaakt is wordt meteen met 4 letters geridiculiseerd. Zonder omhaal van woorden dus. Dat je de discussie die ontstaat op een kleinerende toon doodslaat met die 4 letters is van ondergeschikt belang. Jij deugt namelijk. De ander is raar.

Truc 31:
“Ik wil niet zeuren, maar …..”

Je kan er vergif op innemen dat er daarna enorm gezeurd gaat worden. De schrijver weet zelf ook dat hij/zij een zeurpiet is, maar het een is drang die niet te stoppen is.
Heel soms zegt de schrijver heel zinvolle zaken na deze zinssnede. Maar omdat ze nogal twijfelen aan zichzelf zwakken ze hun mening alvast op voorhand af. Dan hoeft iemand ander dat niet meer te doen. Dat scheelt weer een slok op een discussieborrel. 

Truc 32:
“Dat ben ik helemaal met je eens.”

De schrijver hiervan durft niet zo voor de mening uit te komen of heeft een gebrek aan ideeën. Gelukkig verwoordt iemand anders ze dan voor hen. 
Wat jammer is dat als degene die het eerste tikte afgefakkeld wordt het stil wordt. Je was het ermee eens maar staan voor je mening is blijkbaar een lastige. Soms zijn ze het dan ineens niet meer met je eens. Ze kiezen altijd de partij van de sterkste in de discussie. Ongeacht hun uitlatingen. 

Truc 33:
“Kind, waar maak je je druk om. Het is vakantie.”

Ik ben 57 en wordt aangesproken met “kind”. Alleen daarom gaan bij mij de luiken al dicht. Daarna komt de mededeling dat ik me niet druk moet maken. Dat. Bepaal. Ik. Zelf.
Eigenlijk krijg je dan te horen dat je je met wissewasjes bezighoudt en dat de deugende ander geen tijd en zin heeft om zich met jouw muizenisjes te bemoeien.
En de drie laatste woorden zijn helemaal des onderwijs. Het schijnt dat je helemaal niet aan school mag denken of praten als je vakantie hebt. Ze zullen toch niet denken dat ik vergeten ben dat het vakantie is? Zo leuk vinden de geroepenen het werk blijkbaar. Als je het in de vakantie over school hebt slaan ze op rood. Dat kan niet. 

Truc 34:
“En geef nu eens aan wat je onderliggende vraag is.”

Lees deze zin trouwens met in gedachte de zalvende “Krystle uit Dynasty” toon. Ineens lig ik weer op de sofa en krijg naar verdieping zoekende vragen. Vragen die mij dienen te analyseren. Dokter Freud draait weer eens overuren. Het is namelijk onacceptabel om iets te vinden, gewoon om dat je dat vindt. En dat je verder geen gezeur aan je hoofd wil. 

Truc 35:
“Even offtopic: Vind jij pizza Hawai ook zo vies? Wie doet er nu ananas op een pizza?”

En de hele discussie is dood. Iedereen gaat meteen beginnen over zijn favorite Italiaanse eten, rijsttafelgerecht, broodsmeersel, komkommerbereiding enz. Je had bijna je punt gemaakt en weg is alles. In rook ….

Truc 36:
“Je genereraliseert. Dat doen mensen in het onderwijs nou altijd.”

Deze is zo mooi zonder commentaar van mij en dus weet ik wanneer ik moet zwijgen.

Truc 37:
“Je ziet wel heel veel wij-zij denken in het onderwijs. Gelukkig zijn wij niet zo.”

Als je een bepaalde positie inneemt en daar duidelijk voor staat ben je een wij-zij denker. En dat wordt altijd als verwijt gepresenteerd. Ik begrijp echt niet waarom dat een probleem zou zijn. Het wordt vaak geroepen door de eerdergenoemde water bij de wijn types. En het laatste deel van het citaat is natuurlijk te grappig voor woorden. 

Truc 38:
"Ik denk dat onze meningen dichterbij elkaar staan dan je denkt."
Ten eerste ben ik dan verheugd dat men weet wat ik denk. Daarna ben ik op mijn hoede. Men gaat namelijk in het vervolg van dit gesprek proberen mij vooral te overtuigen van het eigen gelijk. In de hoop dat ik murw word.

Truc 39:
"Je zal toch begrijpen dat ....."
Een sluwe truc. Als je het ergens niet mee eens bent, ben je in de ogen van de ander "niet begrijpend". En omdat niet begrijpend voor veel mensen synoniem is met dom zullen veel mensen overstag gaan. De opponent gooit de begrippen onbegrip en oneens door elkaar. Dat is pas dom.

Truc 40:
"We moeten de verbinding zoeken."
Pas op! 
Dit wordt altijd gezegd door iemand die vindt dat je zijn of haar kant op moet bewegen.
Het is eenrichtingsverkeer in een tweerichtingskeer jasje.
En verbinden betekent vaak een vlees noch vis compromis.
En zeggen dat je helemaal geen compromis wil is helemaal vloeken in de kerk.


Dus:
Het valt me op dat er vaak in oorlogstermen wordt gesproken en gehandeld. Alleen al dat als uitgangspunt gebruiken is al bijzonder. Het gaat maar om een mening in 280 tekens. 
Ik heb me voorgenomen om deze trucjes zelf niet meer (ook gij, Bertus) te gebruiken, maar vooral er ook niet meer in te trappen. Ik ga negeren en wellicht zelfs blokkeren (dreigen is ook een trucje). 
Wel vind ik het fijn als mensen onderbouwd reageren. Dingen zeggen waar ik iets van leer. Mensen die weten waar ze het over hebben en waar ik iets van kan leren.
Ik ga het proberen …… 
En als ik in de fout ga wil ik het graag horen. Want dan ga ik me een beetje schamen. PUNT UIT !!!!!!!!!!!! Hoewel onderzoek heeft uitgewezen dat …….

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Juli-Augustus  2019

Bronnen: