zaterdag 29 juni 2019

037. Wie staat nu Centraal?


Wie staat nu centraal?

Ik volg op Twitter discussies over onderwijs. Dat doe ik soms om mijn mening bevestigd te zien. Maar ik volg ook mensen die geheel anders over onderwijs denken. Soms om dingen te leren en mijn zaag te scherpen en soms, ik geef toe, om me eens prettig te ergeren.

Deze discussies verharden de laatste weken in rap tempo. Termen als charlatan, goeroe, herauten van DI en grote woorden als zorgwekkend vliegen over tafel. De sfeer is er eentje van “als je niet voor mij bent, ben je dus tegen mij.” Een block heb je zo te pakken. Dat is sneu en natuurlijk contraproductief. Let op: dit gebeurt door mensen uit het onderwijs. Ze zouden beter moeten weten.

Soms probeer ik de discussie te verzachten (en dat terwijl ik niet eens een compromistype ben) en krijg dan te horen dat ze nu eenmaal cynisch, bits en kortaf doen omdat de ander dat ook doet. Als mijn leerlingen zeggen “Ja, maar, hij doet het ook” stuur ik ze doorgaans terug naar de tekentafel. Ze zullen echt met betere argumenten moeten komen en dat kunnen ze ook. Ik heb ze geleerd meningsverschillen op een meer volwassen manier op te lossen dan ik soms lees. Voor volwassenen een niveau van discussiëren dat niet helemaal de mijne is. Ook al trap ik zelf ook weleens in de valkuil en ben blij als ik dan teruggefloten word.
Ik zie reacties van onderwijsmensen (leerkrachten, adviseurs en wat dies meer zij) waarbij ik denk: “Ik zou niet willen dat jij met mijn kinderen te maken krijgt.” Vergeet niet dat je jezelf op een openbaar riool te kijk zet.

De laatste discussieloot gaat over de schijnbare tegenstelling “Leerling centraal” vs “Leerkracht centraal”. En het moet gezegd. De discussie is weer popcornwaardig. Harde woorden vliegen over en weer en luisteren naar elkaar is eerder uitzondering dan regel. Je weet wel, dat luisteren dat we kinderen proberen te leren.
Er worden argumenten bijgehaald die niet echt hout snijden. Boektitels die niet bevallen,  opmerkingen die verkeerd vallen en een hatelijk weerwoord veroorzaken. Ook wordt er gesuggereerd dat mensen het ene belangrijker vinden dan het andere. Niemand zegt het, maar we proeven graag suggesties die ons gelijk bevestigen. Ik herhaal: ik zou als ik een van deze mensen nodig zou hebben mezelf wel twee keer bedenken. 

Nu de discussie zelf. De 280 tekens die Twitter biedt zijn voor mij een beperking. Daarom dit blog.

Ik denk namelijk dat er helemaal geen tegenstelling “leerling centraal” vs “leerkracht centraal” is. Integendeel.
Er is in het hele onderwijs geen leerkracht te vinden die niet vindt dat de leerling centraal zou moeten staan. Als je dat wel vindt of denkt ben je echt een beetje los van de werkelijkheid. Het is eigenlijk zelfs beledigend dat te suggereren. Maar het is niet of/of maar en/en. 
Iedere leerkracht wil graag het beste voor de leerling. De manier waarop kan verschillen maar de intenties zijn hetzelfde. Laten we dat nou eens eerst als uitgangspunt nemen.

Echter …….. ik kan als leerkracht niet roeien met theelepels. Er moet aan een aantal basale voorwaarden voldaan zijn wil ik de leerling echt 100% centraal kunnen zetten en me daar voor de volledige 100% in kunnen zetten. En ik herhaal dat we allemaal de leerling centraal willen zetten.
De laatste 20 jaar is aan deze voorwaarden op allerlei manieren geknaagd. En momenteel spreken we over een absoluut minimum. Het hele systeem wankelt. Uit mijn poll op OEZ bleek dat 38% van de scholen nu (zaterdag 29 juni 2019) de formatie nog niet rond heeft. Deze poll zal niet wetenschappelijk zijn maar het cijfer is een indicatie.
Daarom omarm ik de tendens waarin wij weer centraal staan. Waarin we weer les mogen geven. Waarin we beloond en gewaardeerd worden. Een leerkracht die niet centraal staat kan de kinderen niet centraal stellen.
We hebben jarenlang de leerling centraal gesteld zonder er iets noemenswaards voor terug te krijgen. We gaven veel, we namen weinig. Dat gaat mis op de lange duur en veroorzaakt de tendens waar we nu inzitten. 

De tegenstelling “leerling centraal” vs “leerkracht centraal” is trouwens geen tegenstelling. Dat maken wij ervan. Het is getrapt (trapsgewijs): de leerkracht die centraal staat en gewaardeerd wordt en de kans krijgt zijn werk te doen zal de leerling centraal zetten. 

Ik zie het simpel:
-      Het ministerie moet de voorwaarden scheppen waaronder besturen en dergelijke hun werk goed kunnen doen. De voorwaarden moeten goed zijn.
-      Dan kunnen de besturen de voorwaarden scheppen waaronder de directies van de scholen hun werk goed kunnen doen.
-      Dan kunnen de directies van de scholen de voorwaarden scheppen waaronder de leerkrachten hun werk kunnen doen (denk even aan de 38% directies die de vakantie ingaat met een niet volledige formatie.)
-      En de leerkrachten kunnen dan de voorwaarden scheppen waaronder de kinderen kunnen leren. En hoe we dat invullen is een tweede.
Laten we het nou eens niet moeilijker maken dan het is. Dat doen we namelijk ook maar al te graag.

En laten we eens niet in tegenstellingen gaan denken en uitgaan van de goede bedoelingen van de anderen. Dat geldt voor alle betrokkenen.
Ik ben geen grijze compromisdenker die uitgaat van de nuance. Het is niet de middenweg tussen “Leerling centraal” en “Leerkracht centraal”. Het is een weg waar het een logisch op het andere volgt. En gebeurt het ene niet dan komt het andere in het gedrang.

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
29 juni 2019 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten