donderdag 7 februari 2019

012. Kekke typjes en andere ongemakken


Kekke typjes ….

Zo, ik ga eens lekker de knuppel in het hoenderhok gooien. Daar heb ik zin in.

Dit stuk gaat over nascholingen en andere bijeenkomsten waar we beter van dienen te worden. Ik vind namelijk de kwaliteit van dit soort zaken vaak ver onder de maat. Als we het geld van deze hele industrie eens echt ten goede zouden laten komen aan het onderwijs aan kinderen zou dat een boel schelen. Wellicht blijft er voor onze salariëring ook nog wat over.
In mijn ideaalbeeld blijven de echt goede nascholingen over. De nascholingen waar we wel iets aan hebben. Want die bestaan wel. Waar die zijn lees je verderop.

Hoe het nu gaat.
Even gechargeerd schetsen hoe het nu gaat:
Er wordt een nascholingsartiest ingevlogen. Deze komt doorgaans vanuit het niets. Vaak is er geen hulpvraag van het gehele team en is het iemand die “via via” bekend is.
Deze persoon ziet er kek uit: 
Vrouw: nagels zorgvuldig gelakt, naaldhakken die klikken, USB-stick met een Powerpoint, laptop in modieuze tas (“Kan iemand me helpen met opstarten?”) of
Man: net colbertje, kort maar krachtig kapsel, met de benen zwaaiend op een leerlingtafel zittend, niet wachtend op de aandacht van de groep (“Mensen, zullen we het centraal houden.”)

Wat ze vaak zeggen.
Ze zeggen bijna allemaal dezelfde dingen. Alsof ze allemaal hun diploma op dezelfde academie gehaald hebben.

-      “Bespreek met je schoudermaatje wat je vindt.” (Ik denk: “Dat wil ik niet. Ik weet doorgaans al wat mijn schoudermaatje denkt. We gaan de bonusaanbiedingen van Albert Heijn doornemen.”)

-      “We stoppen eerder want jullie hebben ook een hele dag gewerkt.” (Hij denkt: “Als ik maar wel betaald word tot 6 uur. Want daar ben ik voor ingehuurd.”)

-      “We doen eerst een (ellenlang) kennismakingsrondje.” (Ik denk: “Hoezo? We werken al twintig jaar samen. Lees je in en verdiep je eerst in ons.”)

-      “We gaan in een kring zitten want het is fijn iedereen te kunnen zien.” (Ik denk: “Waarom moet ik dat fijn vinden. Ik zie ze de halve dag al.”)

-      “Jullie mogen het laatste half uur zelf aan de slag met wat je net gehoord hebt en probeer het te implementeren in je dagelijkse praktijk. Denk daarbij vooral out of the box en verlaat je comfort zone.” (“En de kassa loopt gewoon door. Uurtje factuurtje”)

-      “Ik voel weerstand in de groep. Wat gaan we daaraan doen.” (Ik vraag me af: “Wie we?)

-      “We zakken wat weg. Ik heb een gave energizer om de energie weer in de groep te doen terugkeren. Maak volkomen willekeurig maar vier groepjes. Zoek mensen waarmee je normaal niet zo vaak contact hebt.” (Ik denk: “Vlieg op met je energizer. Het is 5 uur.”)

-      “Huiswerk voor de volgende keer.” (Ik weet bijna zeker: “Daar doen we volgende keer niets mee.”)

-      “Zijn er nog vragen?” (We hebben nooit vragen. We tellen de minuten.)

-      “Goede vraag. Daar kom ik zo op terug.” (Wees alert. Ze komen er nooit op terug want ze weten het ook allemaal niet. Deze opmerking is een uiting van paniek.)

-      “Ik dacht dat ik de stukken had rondgemaild. Daar moet iets misgegaan zijn. Dan deel ik de handout hier uit en las, laten we zeggen, een kwartier leespauze in. Daarna meteen maar de koffie. Ik heb gezien dat er gebak is want we hebben een jarige in de groep. Ik bof maar weer.”

-      “Kunnen de mensen achterin mij ook horen. Ik ga namelijk deze Powerpoint die jullie zelf kunnen lezen ook voorlezen.”

-      “Kies iemand die de placemat voorleest.” (Ik smeek een collega: “Doe jij het?  Ik heb al geschreven.”)

Herkenning? Toch zeker wel enkele zaken. Ze komen allemaal uit mijn eigen ervaringen met dit soort zaken.

Waarom accepteren we (ik ook) al jaren deze onzin? Wees eerlijk. Heb je echt veel aan al die workshops, nascholingen en andersoortige bijeenkomsten gehad? Ik niet. Na tientallen placematjes, grote kring-kleine kring en andere werkvormen krijg je me niet meer enthousiast voor dergelijke tijdsverslindende onzin. De investering (in geld en tijd) staat niet in verhouding tot het rendement.

Ik denk dat we te aardig zijn. Op evaluatieformulieren met 5 balletjes (ook zo’n verplicht nummer waar nooit iets mee gebeurt) zijn we mild. Waarom? Omdat we aardig gevonden willen worden. 
Maar …. Het zijn mensen die in onze tijd opereren. Mensen waar we iets van mogen verwachten en eisen. Mensen die daar doorgaans dik voor betaald worden. Met hun uitgekauwde werkvormpjes uit managementboekjes.

Wat dan wel?

Er zijn prima en kwalitatief zeer sterke workshopleiders die in anderhalf uur, zonder onzinwerkvormen, to the point kunnen komen. Mensen met krijt aan de vingers die weten waar Abraham de mosterd haalt. En die wellicht goedkoper zijn dan de babbelkousjes die 3 middagen nodig hebben om hun flinterdunne boodschap aan de man te brengen.
Deze mensen vind je door eerst hun boeken te lezen en je te verdiepen in hun zienswijze. Er circuleren heel veel prima boeken in het onderwijs. Geschreven door mensen die echt iets te melden hebben. Mensen die weten hoe de praktijk van alleklas in elkaar zit. Pak de JSW, Didactief of Praxis Bulletin eens van de tafel in de personeelskamer. Ze staan erin. Allemaal. 

Ik heb ze meegemaakt. Workshops waarbij ik op het puntje van mijn stoel vanaf de eerste minuut werd meegezogen. Waarbij ik vol ideeën die echt bruikbaar zijn de ruimte verliet. En dat allemaal in ruim een uur. Het hoeft geen 4 middagen van 3 tot 6 te duren. Echt niet. Laat je dat niet wijsmaken. 

Als we nu eens nascholingen kiezen die passen bij de visie van de school (weet jij trouwens de visie van je school?), nascholingen waar de kinderen morgen beter van worden, nascholingen die kort, praktisch en to the point zijn. Wat zou dat fijn zijn.
Per Fte in het basisonderwijs is jaarlijks 500 euro beschikbaar voor bij- en nascholing. Elk jaar weer. Dat is een persoonlijk budget. Veel van dat geld gaat verloren aan dit soort teamnascholingen. Pak de regie. Je hebt invloed op de besteding. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen professionalisering. Niemand anders. Ga eens na of dat geld (jouw geld) ook echt gebruikt en kom zelf met workshops of nascholingen waar je beter van wordt. 
Nascholingsgeld is gewoon belastinggeld. Ik vind dat men de verplichting naar de belastingbetaler heeft daar kwaliteit voor te leveren en ook kwaliteit van te eisen. We laten ons te veel onzin verkopen.

Bertus Meijer 
Onderwijsenzo

Februari 2019 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten