maandag 30 november 2020

075. Ik lees dingen: "Dit verbeterde er allemaal in het onderwijs dankzij de coronacrisis."






 Ik lees dingen.

“Dit verbeterde er allemaal in het onderwijs dankzij de coronacrisis”

 

In het Algemeen Dagblad van 30 november 2020 lees ik een artikel van Salwa van der Gaag met de volgende kop: “Dit verbeterde er allemaal in het onderwijs dankzij de coronacrisis” (1)

Omdat ik benieuwd ben naar deze verbeteringen en vooral de onderbouwing van één en ander heb ik het artikel gelezen. De woorden “allemaal” en “het onderwijs” suggereren dat er dingen gebeurd zijn waar alle kinderen en leerkrachten baat bij hebben gehad. Dat triggert mij. 

Aan de hand van citaten uit het artikel zal ik mijn bevindingen delen. Allereerst wil ik stellen dat het goed is dat er, naast de negatieve geluiden over de gevolgen van de schoolsluiting ook aandacht is voor de eventuele positieve gevolgen.

 

Citaat 1:  Als er een les kan worden getrokken uit de coronacrisis is het wel dat ieder kind anders is.”

Hiermee wordt gesuggereerd dat we in het onderwijs daar geen oog voor hadden en dat deze crisis ons op dit feit heeft gedrukt. Dat is natuurlijk bezijden de waarheid. 

In een klein aantal zinnen wordt genoemd dat de omstandigheden van de kinderen ook verschillen. Ik denk dat we hier met een belangrijk, zo niet het belangrijkste, negatieve gevolg van het lesgeven in coronatijd te maken hebben. Met name in de probleemwijken in de grote steden waren kinderen soms “onbereikbaar”. Wekenlang. Dat is nu net de groep kinderen die het meest gebaat is bij degelijk lijfelijk onderwijs. De omstandigheden waarover niet wordt gesproken in het artikel zijn namelijk soms desastreus: geen devices, geen rustige werkplek, geen rustige thuissituatie, geen hulp van ouders en geen veilige thuissituatie. Ik denk dat dat te belangrijke feiten zijn om in een zinnetje weg te moffelen om vervolgens de loftrompet uit de mottenballen te halen. Dat kinderen beter gedijen zonder de drukte in de klas zal zeker een gegeven zijn, maar moet er dan niet ingegrepen worden in deze drukte? Deze drukte accepteren is wat mij betreft niet de bedoeling.

 

Citaat 2: Het onderwijs is individueler geworden”, stelt Maarten Neomagus, directeur van de basisschool Van Asch van Wijck in Rotterdam-West. ,,In plaats van te kijken naar hoe je stof zo goed en snel mogelijk bijbrengt aan een klas, wordt nu meer gekeken naar wat een leerling nodig heeft. Waar heeft een kind moeite mee, waar kan het juist verdieping gebruiken?”

Of het onderwijs echt individueler is geworden kun je je afvragen. Ik zie namelijk geen onderbouwing van deze nogal boude stelling. Dit los van het feit of individueler onderwijs nou al dan niet beter is.

We kijken zeker naar hoe we de stof zo goed mogelijk aan een klas moeten bijbrengen. Dat dat ook zo snel mogelijk moet gebeuren is mijns inziens niet waar. We ervaren allemaal een zekere tijdsdruk maar we houden altijd de behoefte van de leerling én de groep als geheel in de gaten en spelen daarop in. Uiteraard houden we in de gewone klassensituatie in de gaten waar het kind moeite mee heeft en geven we het waar nodig verdieping. Wellicht zelfs eerder dan in een thuislessituatie omdat we minder signalen missen. Als ik lesgeef en de kinderen verwerken de stof observeer ik en zie ik wanneer kinderen er moeite mee hebben. Ik herken de signalen (verbaal en non-verbaal). Signalen die ik in de thuis-les-situatie miste. Ik mis in het stuk de uitleg hoe ik dat in een thuis-les-situatie beter zou kunnen inschatten en wil dat graag leren.

Citaat 3“Het is een groot gemis als de kinderen elkaar niet kunnen zien en ook voor de docenten is het een stuk lastiger om écht contact met ze te maken.”

Dit stukje is voor mij in tegenspraak met het voorafgaande tweede citaat. Zien waar een kind vastloopt en weten waar de knelpunten liggen is makkelijker met live-onderwijs. Dan haal je kinderen bij je aan ga je samen aan de slag. Dan maak je ook contact met de kinderen.

Citaat 4: “Zelf de stof leren kan best zodat in de klas een andere slag kan worden gemaakt.” en “Lesstof leren kunnen leerlingen best thuis in hun eentje.”

Oei, hier staat nogal wat. Kinderen die in de situatie zoals hierboven geschetst (geen devices, geen rustige werkplek, geen rustige thuissituatie, geen hulp van ouders, geen veilige thuissituatie) zijn niet in staat om thuis de (nieuwe) lesstof in hun eentje te leren. Deze grote groep kinderen staat al op achterstand en deze wordt alleen maar groter. In het kader van gelijke kansen natuurlijk onacceptabel. Laten we het leren nu maar in een te controleren situatie laten gebeuren om zo effectief mogelijk te zijn.

 

Citaat 5: “‘Juf, waar staat dat? Meneer, hoe moet dit?’ Die vragen konden leerlingen best stellen tijdens de scholensluiting, maar dan ging er soms wel een paar uur overheen voordat ze antwoord hadden. In de tussentijd hadden ze het inmiddels zelf al uitgezocht. ,,Ze zijn zelfstandiger geworden”

Het is vreemd om aan de ene kant te beweren dat je beter kunt zien wat een leerling nodig heeft en andere kant te beweren dat er een paar uur overheen gaat eer het kind antwoord krijgt op vragen. Zeker als de insteek is dat ze het dan zelf maar uit moeten zoeken.

Natuurlijk streven we ernaar om kinderen los te laten en doen we dat ook geleidelijk. Maar dat werkt natuurlijk niet als ze dat “cold turkey” moeten doen in een niet te controleren thuissituatie. De kinderen met een minder stimulerende thuissituatie zullen gaan “zwemmen” en zullen er echt niet zelfstandiger van worden. De kinderen met ouders die in staat zijn om te helpen hebben dat probleem minder, maar worden ook niet zelfstandiger. Op anekdotisch niveau zal één en ander zeker gelukt zijn. Maar niet meer dan dat. Het artikel is te stellig over alle kinderen.

 

Citaat 6: “Scholen zijn digitaler geworden” en “Docenten nemen filmpjes van zichzelf op met een uitleg over een moeilijke som. Die kunnen de kinderen nog eens terug kijken als ze het niet begrijpen” 

We moeten ons afvragen of de heilige graal van het “digitaler worden” ook effectiever is dan de gebruikelijke manier. Ik heb tot nu toe nog geen onderzoek gezien waarin met cijfers is aangetoond dat het digitaal werken ook meer oplevert. In de praktijk is het voor mij een verschraling van het echt contact met kinderen.

 

Citaat 7: “,,Ze zijn er beter in geworden, weten beter met online tools om te gaan.”

Ik, en velen met mij, zijn inderdaad digitaal beter geworden. Maar ……. of mijn onderwijs er beter van geworden is durf ik te betwijfelen. Ik denk het niet.

Een kop die de lading beter dekt is de volgende: “Dit verbeterde voor enkele leerlingen dankzij de coronacrisis.” De huidige kop en strekking van het artikel suggereert dat het voor het merendeel van de kinderen geldt. Dat is jammerlijk voor de uitvallende kinderen en voor de algemene beeldvorming.

 

Bertus Meijer

November 2020

 

1.     https://www.ad.nl/rotterdam/dit-verbeterde-allemaal-in-het-onderwijs-dankzij-de-coronacrisis~a49dd81c/