dinsdag 19 maart 2019

023. Wie schrijft, die blijft




Wie schrijft, die blijft.

Schrijven is toveren ....... 
Met Schrijven kun je een nieuwe wereld tevoorschijn toveren.
Jouw wereld die je helemaal zelf mag vormgeven.

Ik ben een fanatiek schrijver. Niet als mijn werk (hoewel de overtollige administratie in het onderwijs soms anders doet vermoeden), maar voor mijn plezier. Ik heb altijd een goede fijnschrijver en notitieboekje bij mij en blog, maak columns, schrijf ideeën op, maak samenvattingen. Ik schrijf zelfs in de kantlijn van mijn boeken. Dat schijnt een doodzonde te zijn. Dat lot accepteer ik dan maar.
Als kind hield ik al dagboeken bij en ik kies mijn agenda’s vooral om de hoeveelheid schrijfruimte. Ik kijk graag terug in mijn oude schrijfsels en herinner dan ….

Wat is schrijven eigenlijk:
"Schrijven is het maken van originele tekst of de taalweergave via een medium door tekens of symbolen van een schrift te gebruiken. Wie een tekst creëert is een auteur." (Wikipedia)
In de Wikipedia definitie valt iets op:
Er moet blijkbaar sprake zijn van een zekere mate van originaliteit. Hoe bevorderen we die creativiteit? 

We noemen het in het basisonderwijs dus ook vaak creatief schrijven. Als kind vond ik opstel schrijven leuk. De sporadische opdrachten gingen niet verder dan schrijven over de grote vakantie of een gedichtje voor moederdag. Ze werden met een rode pen gecorrigeerd en er werden twee meedogenloze cijfers onder gezet; een cijfer voor het verhaal en een cijfer voor spelling. Soms ook nog een cijfer voor netheid. Ik was er niet gevoelig voor maar ik kan me voorstellen dat klasgenootjes om die afrekening een hekel aan opstel hadden. Het lijkt me de manier om creativiteit in de kiem te smoren.
Creativiteit werd trouwens toch weinig beloond. Je moest in een zeker stramien je verhaal doen. Als je geen “inleiding-kern-slot” had was je verhaal bij voorbaat gedoemd. Ik leverde weleens een “out of the box” verhaal in maar dat werd niet echt gewaardeerd.

Dan maar thuis.
Gelukkig kon ik thuis mijn ei kwijt. Omdat mijn vader op een drukkerij werkte was er altijd een enorme hoeveelheid allerhande papier in huis. Ik kreeg een mooie Parkerpen in een doosje en ik mocht schrijven. Hele dagboeken, epistels en vervolgverhalen. Heerlijk. Thuis werd mijn werk niet beoordeeld. Meestal was ik zelfs de enige lezer en ik ben geen kritisch publiek. Nu nog niet …… bij de verhalen van mijn leerlingen.

Waarom schrijven we?
Ik denk dat we te weinig aandacht besteden in de klas aan de vraag waarom mensen schrijven. We weten wel waarom kinderen moeten leren lezen of rekenen. Ook bij spelling is de vraag makkelijk te beantwoorden maar waarom willen we dat kinderen (creatief) schrijven?

Mijn drijfveer is, denk ik, dat ik een spoor wil achterlaten. De uitdrukking “Wie schrijft die blijft” is er niet voor niets.
Jasper Mikkers geeft in zijn blog een vijftiental redenen waarom hij schrijft. (1)
De eerste spreekt me aan; hij zegt te schrijven om vrij te zijn. Je kan iets beweren op papier en de volgende dag iets totaal tegenovergestelds. Personages of gebeurtenissen kunnen de raarste invalshoeken hebben. Ze bestaan toch niet. Daarom is het schrijven van columns als deze zo leuk. Het gaat om mijn invalshoeken en invallen. 
Als we dat eens aan kinderen kunnen duidelijk maken. Deze vrije invalshoek moet hen wel aanspreken. Dan raak je de kern van creatief schrijven.

Schrijven kan kinderen (en volwassenen ook zo weet ik inmiddels zelf) ook helpen om om te leren gaan met de wereld zoals die is. Je kunt de boze wereld op papier herscheppen. Je kunt leren omgaan met de lastige dingen des levens. We laten kleine kinderen bij een ingrijpende gebeurtenis weleens een tekening maken. Je hoort minder dat oudere kinderen erover mogen schrijven. Terwijl ik zelf weet welk positief effect dat schrijven kan hebben.
Het moge duidelijk zijn dat dit meer behelst dan een obligaat vakantieverhaaltje op de eerste schooldag dat voor de klas voorgelezen moet (!) worden. 
Als er al een voorleesrondje in de klas is vraag ik altijd eerst of ze dat wel willen. Willen ze niet dan is de kous af. Zij bepalen wat er met hun pennenvruchten gebeurt.

Ik denk dat het uurtje verplicht creatief schrijven op vrijdag van 11 tot 12 ook contraproductief is. Het voelt als een soort op commando creatief zijn. Een contradictie wat mij betreft.

In de praktijk
Je kan de schrijfopdracht ook op maandag geven, samen bekijken, samen uitdiepen. De kinderen krijgen dan de rest van de week om eraan te werken. Je hebt dan meteen een mooie klaaropdracht. Op vrijdag ligt er dan een product. Ik realiseer me dat dit ook een keurslijf is, maar beter dan een vaste les op een vast moment. Uitgangspunt is dat je schrijft voor je plezier.
Mijn columns schrijf ik ook op deze manier. Ik bedenk een onderwerp (meestal op de fiets) en maak een word bestand dat op mijn bureaublad staat. Soms klik ik dit bestand aan en schrijf, soms lees ik alleen terug en vaak herschrijf ik. Schrijven is vooral herschrijven. Geven we kinderen die gelegenheid ook?
Laat kinderen schrijven in een mooi notitieboek dat ze aan het begin van hun schrijfcarrière krijgen van school. Hier komen uiteindelijk alle schrijfproducten in. Aan het eind van de basisschool hebben ze hun eigen boek geschreven. Een boek om altijd te bewaren.

Begrijpend lezen volgens de principes van Close Reading zal ook bijdragen aan creatief schrijven. De kinderen lezen en horen goede voorbeeldteksten. Ze kijken naar de opbouw, ze zien hoe schrijvers hun bedoelingen voor het voetlicht brengen en ze leren met woorden te spelen. (2) Als kinderen zelf gaan schrijven zullen ze deze kennis kunnen inzetten. Er zal een wisselwerking zijn tussen (begrijpend) lezen en schrijven.

Ook veelvuldig voorlezen draagt natuurlijk een steentje bij. Het is algemeen bekend dat woordenschat en algemene kennis groter worden door te luisteren naar verhalen. Die kennis kunnen ze al schrijvende ook weer inzetten. Maar kinderen horen ook weer verhalen met een goede opbouw. Ze maken kennis met de vaardige hand van de schrijver. Als hier tijdens het voorlezen ook nog expliciet aandacht aan wordt besteed is dat helemaal mooi.

Oefening baart kunst
Ik merk ook dat schrijven een beetje vergelijkbaar is met allerlei andere vaardigheden als autorijden of piano spelen. Je leert het door te doen. Mijn eerste schrijfsels waren niet geweldig. Ik lees ze nog weleens terug en glimlach een beetje om mijn enthousiasme. Door de juiste feedback en de wil te verbeteren ben ik al een beetje gegroeid. En nog ….
Kinderen verdienen ook de juiste feedback. Dus niet met een rode pen alle spelfouten aanstrepen, maar ook niet onder ieder verhaal schrijven “Gezien. Leuk verhaal.” Geef de kinderen de kans te verbeteren. Laat het handgeschreven verhaal in Word tikken. 

Erken dat schrijven iets persoonlijks is. Ik lees op de site De Talentuin (3) dat kinderen staand  voorlezen en als ze aarzelen de leerkracht dat dan kan doen. Dat lijkt me niet de manier. Het is de tekst van het kind. Hij bepaalt wat ermee gebeurt. Het doel is schrijven, niet presenteren.

Je kunt als feedback samen met het kind het verhaal lezen. En dan ben jij degene die aan Close Reading doet. Je probeert te achterhalen wat de bedoeling is, waarom zaken zo op papier staan en of de schrijver zelf tevreden is. Dat telt nog zwaarder dan mijn oordeel.
Creatief schrijven op het rapport is wat mij betreft uit den boze. Uit het bovenstaande zal dat duidelijk zijn. 

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Maart 2019 

Literatuur:


Meer lezen:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten