zaterdag 15 februari 2020

066. Het achtste gebod van Stijn: "Geef maar les. Moet niet ludiek zijn"


De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 8: Geef maar les. Moet niet ludiek zijn 



Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.



Vandaag nummer 8: Geef maar les. Moet niet ludiek zijn.

Sommige woorden zijn grappig. In de klank zit de betekenis.
Ludiek bijvoorbeeld. Dat woord vind ik grappig klinken. Herhaal het woord maar eens. Hoor je het ook? 
Betekenis“ Ludiek, van het Franse ludique, betekent 'speels'. De term wordt voornamelijk gebruikt om aan te geven dat een anders ernstige zaak op een speelse manier wordt uitgevoerd. Zo zal een ludieke actie (demonstratie) opvallend zijn en spraakmakend op een positieve manier.”(1)
Het is een beetje de pil vergulden. Iets dat niet zo leuk is moet “opgeleukt” worden om het allemaal een beetje draaglijk te maken. Anders is het allemaal echt niet te verteren.
Enkele voorbeelden:
·      Het gedicht bij een Sinterklaassurprise is een ludieke manier om kritiek op de ontvanger te verpakken. Hij moet er doorgaans als een boer met kiespijn om lachen.
·      In de jaren ’60 werden acties als zijn ludiek aangekondigd. De kans op rellen was dan kleiner.
·      Het journaal werd vroeger gelezen door een nette meneer met een nooit rinkelende telefoon naast zich aan een bureau. Tegenwoordig zien we druk lopende mensen in een fonkelende studio met kekke swipeschermen. Het nieuws uit Syrië blijft helaas net zo ondraaglijk. 

Ook in het onderwijs weten we er wel raad mee. De eerste stakingsdag toen we met 60000 man op het Zuiderpark stonden (deze dag is overigens nooit meer overtroffen) stonden velen de haka te dansen met van die gezellige vakbondspetjes op en kolderieke sjaaltjes om. We pakten onze serieuze en schurende boodschap ludiek in. Geschminkt en wel. Neem dat maar eens serieus. Ik zou het als minister niet doen.
Gelukkig is het besef inmiddels doorgedrongen dat we met ludiek geen extra beleg op onze boterham verdienen. De acties zijn serieuzer geworden. De boodschap is schurender geworden. Ik denk dat als we, met de huidige stemming in het onderwijs, weer zo’n grote centrale actie op poten zetten iets indrukwekkends neer kunnen zetten. Dus …..

Maar het ludiekheidsvirus is ook op kleinere schaal in het onderwijs merkbaar.
Studiedagen zijn niet geslaagd als de extraverten niet aan bod komen met hun energizers, post its en samen-zijn-we-zo-sterk werkvormen. De inhoud is vaak ondergeschikt aan de ludieke vorm. Vraag op het eind hoe de dag was en je zal eerder “leuk” horen dan “leerzaam”. De column van Marit de Roij over de tirannie van de extraverten is mij ook uit het hart gegrepen. De drammerigheid waarmee we met dit soort leuke bedoelde werkvormen en rollenspelen worden lastig gevallen is ergerlijk. Een tegengeluid wordt doorgaans in de kiem gesmoord. Andersdenkenden in deze worden wat lacherig weggewuifd. En omdat ze introvert zijn hoor je ze toch al niet zo snel. Ze moeten al een hindernis nemen. (2)

Ook in de klas is ludiek een toverwoord. We doen een heleboel zaken omdat ze leuk zijn of omdat we vervelende zaken als dingen leren willen opleuken.
Op Facebook lees ik vaak oproepen als: “Ik ga de tafel van 6 morgen aanleren. Wie heeft er tips om dit leuk te brengen. Ik ben inspiratieloos.” Inspiratieloos. Het woord is al om te huilen. 
Ooit zei een stagiaire in mijn groep: “Vandaag gaan we de verleden tijd herhalen. Dat is saai. Ik weet het en ik vind dat ook. Let dus goed op, want dan is het snel voorbij.” (inzetten op extrinsieke motivatie)  Dat laatste klinkt als de woorden van een tandarts vlak voor een wortelkanaalbehandeling. Ik heb haar daarna aangesproken hierover en denk dat ze het nooit meer zal zeggen. Althans niet in mijn bijzijn. 

Als je alles steeds leuk en ludiek wilt maken neem je eigenlijk de basis van je vak niet serieus. De kern (kinderen zaken leren) is blijkbaar zo vreselijk dat de boel leuk gemaakt dient te worden. De pil moet verguld worden. Een pruillipje voelt ongemakkelijk. 

Martin Ringenaldus twitterde op 24 april 2019: “De les is leuk …… als in “Ik heb iets geleerd.” Het komt gewoonweg niet meer bij ons op dat een les leuk kan zijn als kinderen nadien het besef hebben dat ze iets nieuws hebben geleerd. Als ze met enige inspanning en momenten van “ik vind dit saai” door hebben gezet en nadien kunnen zeggen dat ze trots zijn omdat ze hebben geleerd hoe de staartdeling in elkaar zit of hoe je het voltooid deelwoord schrijft. Ik ben momenteel bezig met de opleiding stemacteur. Dat is eindeloos oefenen, eindeloos dezelfde tekst herhalen. Ik, een microfoon en een vel met tekst. En ineens luister ik terug en hoor dat ik letterlijk de goede toon te pakken had. Mijn oefendips verdwijnen en ik ben trots en blij. Ik heb iets nieuws geleerd. Vallen en opstaan …. Vallen en opstaan. Zo hebben de kinderen ook leren lopen en praten. 

Ik bood mijn stagiaire een alternatief: “Vandaag gaan we de verleden tijd herhalen. We gaan er samen mee aan de slag. Ik doe voor, we doen het samen en daarna kun je het alleen. Op het eind gaan we samen kijken of het lukt. We gaan er samen tegenaan.” (inzetten op intrinsieke motivatie). Ik ben er namelijk van overtuigd dat alle kinderen graag nieuwe dingen leren. Gewoon …… omdat ze dat willen. Pak dat goed aan en je hoeft de boel niet leuker te maken dan dat al is. 

Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Februari 2020
Literatuur:


1 opmerking:

  1. Precies. Rekenen en Taal zijn gewoon leuk. Gewoon, omdat het te leren valt.

    BeantwoordenVerwijderen