vrijdag 31 juli 2020

073. Het tiende gebod van Stijn: "En heb aan geboden lak"


 

De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 10: En heb aan geboden lak 


Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.

Vandaag nummer 10: “En heb aan geboden lak.”

Wat is een gebod?
‘Een gebod is een bevel van een hoge autoriteit of een leefregel. Als het gebod een bepaalde handeling verbiedt, dan wordt gesproken van een verbod. In politieke eenheden spreekt men niet van een gebod, maar van een wet.’ (1)

“Opgelegde verplichting.” (2)

De bekendste geboden die we kennen zijn de Tien Geboden die God aan het volk gaf. Mozes kreeg ze mee op twee stenen tabletten op de berg Sinai. Toen hij de berg afkwam en het volk goddeloos bezig zag gooide hij in grote woede de tabletten stuk. Het volk verdiende ze niet. 

Het is bon ton om te klagen over dat wat we allemaal moeten in het onderwijs. Doorgaans is de tendens dan ook dat we er allemaal geen invloed op hebben. Het moet namelijk van: de directie, de intern begeleider, de ouders, het bevoegd gezag, het ministerie, externen en weet ik veel wat al niet meer. Vervolgens wordt er zuchtend maar aan de verplichting voldaan.
De oorzaak is dus altijd extern. Het gebod is ook altijd zo dwingend dat er aan voldaan moet worden. 
Bij de eerste definitie van het woord is er ook sprake van een autoriteit van buitenaf. Je kunt je daarbij afvragen of je ouders of de intern begeleider moet zien als een autoriteit van buitenaf. En als ze zich wel als zodanig opstellen (niet naast maar boven je) trekken ze toch echt te grote schoenen aan.
Bij de tweede definitie wordt in het midden gelaten of de oorzaak van buitenaf komt. 
Ik denk namelijk dat die “opgelegde verplichting” ook van binnenuit komt. Misschien zelfs vooral.
Op de site van de onderwijsinspectie vinden we de brochure “Ruimte in Regels” (3)
Bijzonder is dat er twee versies op de site staan:
Versie 1 is een PDF van 44 pagina’s.
Versie 2 is een PDF van 21 pagina’s: erbij vermeld staat dat deze toegankelijk is. Huh ?
Ik doe wild en lees de dikke, blijkbaar minder toegankelijke, versie.
In de praktijk verschillen ze weinig. De eerste is schreeuwerig snoepkleurig en lawaaierig. Hoeft niet hoor inspectiemensen. We kunnen best omgaan met een tekst-only versie. Scheelt weer geld ook. 

Enkele zaken vallen op:
Het eerste citaat stemt hoopvol: Je moet alleen dingen registreren waar
je wat aan hebt en plannen maken die je ook echt gebruikt” (plaatsvervangend inspecteur-generaal Arnold Jonk, in CNV Schooljournaal, februari 2015)

“Als de school kan laten zien dat ze met de bijgehouden gegevens het onderwijs goed kan plannen, de resultaten kan volgen en het onderwijs evalueren, dan vinden wij dat goed.” (plaatsvervangend inspecteur-generaal Arnold Jonk, in CNV Schooljournaal, februari 2015)

Het moge duidelijk zijn de gegevens dus nooit een doel zijn maar een middel. Een middel om te kunnen plannen, volgen en evalueren. En die drie zaken lijken me onze taak.
De scheidslijn tussen doel en middel is op scholen soms niet duidelijk. Als er bij een administratietaak wordt gezegd dat het moet van een derde (inspectie, IB, directie of bestuur) is het dus een doel geworden. Het eigenlijke doel is uit het oog verloren. 
Voor mij heeft werkdruk met zingeving te maken. Als ik dingen moet doen die op deze manier worden neergezet ontbreekt voor mij de zingeving.
De opmerking dat het nu eenmaal moet werkt derhalve averechts en werkdrukverhogend.  

De inspectie werkt met drie hoofdvragen (op bestuursniveau, schoolniveau en groepsniveau):
1.     Krijgen de leerlingen goed les?
2.     Leren de leerlingen goed genoeg?
3.     Zijn de leerlingen veilig?
Hier valt, denk ik, weinig op af te dingen. Dan is het zinvol om (administratieve) taken langs de lat van deze drie hoofdvragen te leggen.
Want dan worden het middelen die een doel dienen. Dat doel is: “De kinderen krijgen goed les en leren ze voldoende in een veilige omgeving genoeg.” 
Leg nu de keuzes van je school eens hiernaast en vraag je af waarom je denkt dat de leerlingen van die keuzes optimaal presteren.
Een ander belangrijk gegeven in deze brochure:
“De inspectie is niet geïnteresseerd in methodes en uitgebreide administratie; ze willen zien dat je zicht hebt op de ontwikkeling van kinderen.”
Het citaat is anoniem maar als de inspectie hem prominent (heel bladzijde 15 in de Jip en Jannekeversie) in de brochure plaatst zullen ze het er wel mee eens zijn.

Ontwikkeling kinderen:
1.     Het is geen verplichting (alle) methodetoetsen af te nemen, te analyseren en vast te leggen. Er zijn meer manieren om de ontwikkeling van kinderen systematisch te volgen. Je kunt je zelfs afvragen of rammelende methodetoetsen daar een middel voor zijn.
2.     Toetsen hoeven derhalve ook niet vraag voor vraag in het LVS ingevoerd te worden.
3.     Groepsplannen zijn niet verplicht. Kinderen in beeld hebben en ernaar handelen moet wel. Hoe je dat vormgeeft is volledig aan de school.
4.     Er zijn geen regels over het aantal oudergesprekken. Ook over de vastlegging ervan is geen regelgeving. De school regelt dat zelf.
5.     Dat laatste geldt ook voor gesprekken met de IB’er.
6.     Kleutertoetsen zijn niet verplicht.

Het gaat te ver om in 1000 woorden deze brochure te bespreken. Er staan meer zaken in die wellicht minder bekend zijn. Het is derhalve zinvol om hem te downloaden en eens goed met je team te bekijken. Je mag veel meer dan je denkt en je moet veel minder dan je soms wordt verteld.

Komen we terug bij het tiende gebod van Stijn de Paepe : “En heb aan geboden lak.”
Ik denk daarbij dus vooral een de geboden die we onszelf aandoen. Of die anderen, die met de beste bedoelingen niet goed weten wat en hoe en derhalve op safe gokken. We zijn soms strenger op onszelf dan dat de anderen zijn.
De stenen tafelen die we van de inspectie hebben gekregen zijn zo gek nog niet. Net zoals die Mozes van God kreeg niet. Alleen wij reageren heel anders dan het volk. Zij lapten de regels aan hun laars, wij maken de regels strakker en strenger.

En luidt het gezegde niet: “In de beperking toont zich de meester (en juf)”?

Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Augustus 2020






Geen opmerkingen:

Een reactie posten