Posts tonen met het label kwaliteit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kwaliteit. Alle posts tonen

zondag 8 december 2019

061. De PISA(NG)



 De PISA(NG)

Je moet onder een stenen toren hebben gelegen om het te missen; afgelopen week kwam het PISA rapport uit. 15-Jarigen uit 70 landen worden vergeleken op verschillende vakgebieden (lezen, rekenen, wetenschap en techniek). (1) Deze cijfers zijn objectief en betrouwbaar.
De schok was groot. We waren, vooral op het gebied van lezen, afgezakt naar een plaats in de middelste regionen. Vergelijk je ons met andere EU landen dan scoren we zelfs in de onderste regionen. Ik snap de schok niet. Een blinde kon dit zien aankomen.
Bijna een kwart (24%) van deze groep loopt het risico de school laaggeletterd te verlaten (dat was in 2003 nog 11%). Laat deze twee percentages even op je inwerken

Laaggeletterd zijn heeft enorme gevolgen. Martin Bootsma stelt in zijn column: “Een laaggeletterde kan bijsluiters van medicijnen amper lezen, lastige contracten en formulieren (mobiele telefonie, toeslagen, huurwoning e.d.) niet doorgronden of vlot een krant lezen. De problemen die laaggeletterden tegenkomen zijn vaak financieel van aard. Zo is de helft van alle cliënten in de schuldsanering laaggeletterd.” (2) 
Kijk je naar zaken als gelijke kansen (3) dan kunnen we alleen maar concluderen dat het huidige lerarentekort (met zijn noodverbanden als een 4-daagse schoolweek, inzet van onbevoegden, verdeelde en naar huis gezonden klassen) desastreus is in dit verband. En als je als 15-jarige deze achterstand hebt haal je hem doorgaans nooit meer in. Denk je even in: 24% is ongeveer 7 kinderen per klas. Zeven!

Dezelfde dag sprong men in de stofwolken om elkaar om de oren te slaan met oorzaken. En die lagen vooral buiten onszelf. Waar we ons op de PABO een ongeluk op onszelf reflecteren is het nadien wat lastiger.

Wellicht ligt er ook een deel buiten onze invloed.

Eva Naaijkens stelt bijvoorbeeld terecht op Twitter: “In feite zijn hoogopgeleiden mede de veroorzakers van de ontstane leesproblemen door steeds de ‘bedoeling’ van het onderwijs ter discussie te stellen. Als antwoord zie je dat men op veel plaatsen de focus verlegt van kennis naar vaardigheden. Gevoed door hypes en trends.” (4)

Ook op de PABO is men veel te veel hype- en trendgevoelig. De kern wordt uit het oog verloren: kinderen basisvaardigheden als (kritisch) lezen, rekenen, spelling en een stevige basis van algemene kennis bijbrengen zodat ze klaar zijn voor welke toekomst dan ook. De gevolgen zijn desastreus. Ik krijg geregeld curricula van PABO’s (er is vreemd genoeg geen overkoepelend curriculum) op mijn bureau. Wat ik zie is om te huilen. Er worden hypes omarmd die geen enkele onderbouwing kennen, bewezen zaken als directe instructie staan bijna standaard niet in het lesplan en het aantal contacturen is minimaal. Daar komen onze toekomstige collega’s vandaan.

Als het aanbrengen van basisvaardigheden en kennis als not done wordt gezien is deze strijd als verloren te beschouwen. Kinderen worden gelijke kansen ontnomen met deze laakbare werkwijze en zienswijze.
Een argument om dat niet te doen is dat men kinderen moet voorbereiden op beroepen die nog niet bestaan en een toekomst die ongewis is. GELUL! Ziet men dan niet dat voorbereiden op onbestaande beroepen onmogelijk is? Het is kinderen opofferen aan experiment- en vernieuwingsdrift. Kap daar eens mee. Er is geen toekomst denkbaar waarin bovengenoemde basisvaardigheden en -kennis misbaar is. Daarbij komt dat we kinderen in het basisonderwijs helemaal niet voorbereiden op beroepen. We brengen ze een gedegen basis (what’s in a name) bij. Waar ze later mee verder kunnen. 

Een ander genoemd argument is het feit dat kinderen en ouders de hele dag op hun mobieltjes zitten en er weinig meer wordt voorgelezen. Onze minister opperde zelfs hopeloos dat opa’s en oma’s maar achter de geraniums vandaan getrokken moeten worden om deze taak op zich te nemen.
Accepteer die mobieltjes nu maar. Ze zullen niet weggaan. En de gevolgen ook niet.
Over het lachwekkende voorstel van de minister hoef ik het hopelijk niet te hebben. Hij heeft het opgegeven blijkens deze oplossing. Ik herhaal wat ik eerder stelde dat het moment van opgeven het moment van portefeuille-teruggave zou moeten zijn. Bij deze langdurige marteling is niemand gebaat. Hij niet, wij niet en de kinderen niet. 

Waar hebben we wel invloed op?
Dat is toch echt onze eigen professionaliteit.
We zijn verwaarloosd maar we hebben onszelf ook verwaarloosd. Pas de laatste jaren breekt er een ander besef door. Maar we zijn er nog lang niet.

Martin Bootsma tweet: “E.D. Hirsch jr. geeft aan dat onderwijs ertoe dient om ervoor te zorgen dat jongeren later het publieke domein kunnen betreden. Als je dit gegeven nu eens zet naast de resultaten van #pisa2018, dan weet je dat we ernstig tekort schieten. Velen kunnen straks niet meedoen”(5)

Au!
Wij hebben als het goed is allemaal geleerd hoe we kinderen zaken moet bijbrengen. We zijn de professionals. En die taak is wellicht de belangrijkste taak denkbaar. We moeten deze met alle inzet die we hebben uitvoeren.
In Trouw staat op 3 december: Onderwijs is steeds meer een race geworden. Ouders weten dat je middelbare schooldiploma niet alleen je vervolgopleiding bepaalt, maar ook je kansen op een succesvolle positie in de maatschappij. Ouders van schoolgaande kinderen worden steeds veeleisender als het gaat om de kwaliteit van het geboden onderwijs. Als de cijfers van hun kinderen tegenvallen is in de perceptie van ouders die kwaliteit niet goed genoeg.”(6)

Ik denk dat ouders wat betreft het laatste gelijk hebben. De lezer zal nu de neiging hebben in de gordijnen te klimmen, maar soms moeten dingen gezegd worden.
Vaak gaat een deel van onze inzet in bijzaken zitten. We zijn weken bezig met het optuigen van een Sinterklaasfeest, we vieren een week dat de school 30 jaar bestaat. 
We vergaderen urenlang over de nieuwste hype en omarmen deze dankbaar. Er is weer een nieuw 5-stappenplan uit een managementhoed getoverd waarmee we pleisters kunnen plakken. We gaan voor de snelle en ogenschijnlijk makkelijke oplossingen. Kinderen dingen leren is een zaak van een lange adem en een gedegen, op onderzoek gebaseerde, aanpak.
Maar hebben we het weleens over onze verwachtingen, praten we weleens over echt lesgeven en goede instructie? Verliezen we niet te veel tijd aan ruis? Wanneer heb jij een goede nascholing of studiedag gehad waarin de kwaliteit van je instructie centraal stond? Zo’n studiedag waar je dingen leerde die je nu, maanden later, nog effectief inzet. 

Er is werk aan de winkel, mensen. Hup ….. We hebben ook invloed. Gebruik die …
Dit neemt niet weg dat het ministerie eens moet beginnen met investeren in ons, onze kinderen en onze inzet moet belonen. Geen incidentele pleisters maar structurele oplossingen. Dus ook voor de minister is er werk aan de winkel. Welke minister dan ook.

Bertus Meijer / Onderwijsenzo

Literatuur:

Verder lezen:
Over begrijpend lezen en het gebruik van strategieën:

Nederland behoort tot de treurige groep waar sinds de deelname in 2003 de schoolprestaties in alle vakken voortdurend een dalende trend vertonen

PISA en onze zuiderburen.


vrijdag 1 maart 2019

020. Laat het kwantitatief tekort geen kwalitatief tekort worden.


Laat het kwantitatief tekort geen kwalitatief tekort worden.


Werp een blik op de site lerarentekortisnu.nl (1) en het zal je duidelijk zijn. We hebben te maken met een enorm lerarentekort. Natuurlijk wist je dit al, maar de dagelijkse cijfers zien maakt het echt inzichtelijk. 
Want deze kille cijfers zijn onthutsend:
Een tekort van 2322 fte in 2019 oplopend naar 10847 fte in 2026. (2)
Scholen wringen zich dagelijks in allerlei bochten om dit probleem op te vangen. Op de site lerarentekort kun je registreren naar oplossing: parttimer komt terug, directeur voor de klas, invaller via detacheringsbureau, verdelen, onbevoegde voor de klas, ouder met lesbevoegdheid voor de klas, klas naar huis sturen, werkdrukgelden inzetten, gepensioneerde voor de klas en andere oplossingen.
Als je naar de statistieken kijkt op deze site zit je dat het om tienduizenden leerlingen per week gaat.

Huidige oplossingen
Veel van de genoemde oplossingen zijn ook een kwalitatieve aderlating: 
·      Als een klas verdeeld wordt krijgt ze die dag minder goed les dan normaal. Ze komen in een andere groep die daar ook gevolgen van ondervindt. Vaak krijgen ze een boekje met kopieën mee met wat werkbladen en puzzels. Niks mis mee … voor een dagje. En hoe dan ook een verhoging van de werkdruk.
·      Bij een invaller is er, hoe goed ze ook zijn, ook sprake van een lagere kwaliteit van lesgeven dan door de reguliere leerkracht die de klas met al zijn ins en outs kent. Voor men in de gordijnen klimt wil ik aangeven dat invallers alle eer verdienen die er maar is, maar verwachten dat ze een klas lesgeven als de eigen leerkracht is onredelijk.
·      Een directeur of intern begeleider voor de klas betekent dat andere taken blijven liggen en er derhalve in die zin een kwalitatieve aderlating is. De taken die van belang zijn worden niet, later of met minder aandacht uitgevoerd. Men kan niet anders. We vergeten weleens dat met de invoering van passend onderwijs de taak van de intern begeleider al veel zwaarder is geworden. Net zoals die van de mensen voor de groep.
·      Werkdrukgelden inzetten betekent dat er andere teamleden niet dat kunnen doen wat ze willen en moeten doen.
·      En over onbevoegden voor de klas hoef ik het hopelijk niet te hebben. Een oplossing waar men, wat mij betreft, nooit naar moet grijpen.
·      Ook een klas naar huis sturen is voor de doorgaande onderwijskwaliteit niet bevorderlijk. 
·      Alleen bij het terug laten komen van de duo collega is de 100% kwaliteit van het onderwijs gegarandeerd. 
Realiseert men in Den Haag dat we niet anders kunnen dan deze oplossingen kiezen terwijl we ondertussen weten dat we knagen aan de kwaliteit van het onderwijs. En waar het eerst incidenten waren kunnen we nu spreken van structurele maatregelen.
Zouden de ouders die weleens mopperen op het staken zich dit realiseren?
Dit gezegd hebbende kan ik dus alleen maar concluderen dat het kwantitatieve lerarentekort ook een kwalitatief lerarentekort aan het worden is. 

Handreiking
Vanuit Den Haag is het nog een beetje stil. Er schijnen volgens het CNV allerlei onderhandelingen te zijn maar we horen niks. Het geheel is met geheimzinnigheid omhuld. Voor het CNV wel voldoende reden om niet mee te doen met stakingsacties op 15 maart. 
Gelukkig kwam er ergens in november, na lang wachten, een handreiking “Een lerarentekort op uw school” van het ministerie. (3)
De definitie van handreiking is trouwens volgens Van Dale: 

Je hebt gezocht op het woord: handreiking .
hand·rei·king (de; v; meervoud: handreikingen)1hulp: iem. een handreiking doen
(4)

Hun uitgangspunt was veiligheid van personeel en leerlingen en kwaliteit van onderwijs.
Ik lees verder onder andere in deze handreiking:
·      Een nog niet bevoegde zij-instromer mag zelfstandig voor de groep.
·      Lio’ers met minimaal 180 studiepunten mogen zelfstandig voor de groep.
Verdelen, samenvoegen, intern begeleiders of anderen met een bevoegdheid vragen mag maar wordt niet gestimuleerd.
Het ministerie erkent dat de werkdruk bij de eerste twee (verdelen en samenvoegen) de werkdruk groter wordt. Mij lijkt dat bij het inzetten van bijvoorbeeld de intern begeleider diens werkdruk ook groter wordt omdat taken blijven liggen die wel gedaan dienen te worden.
In noodsituaties kunnen onder andere onderwijsassistenten zelfstandig voor de groep. Er is een bevoegde leerkracht in de buurt. Deze geeft eerst de uitleg. (Over werkdrukverzwaring gesproken). Ik ben benieuwd of dit zo in de praktijk gebeurt.

In geval van uiterste nood mogen de volgende vakken door onbevoegden worden gegeven: muziek, drama, handenarbeid, kunst en wereldoriëntatie. De eerste 4 desnoods ook door een kunstenaar of muzikant (het staat er echt letterlijk)

Kwaliteit
In de voorwaarden staat dat “de kwaliteit van het onderwijs centraal moet staan.” Hoe dat moet gebeuren wordt verder niet aangegeven. Kwaliteit van onderwijs komt verder niet aan bod in de brochure van 18 pagina’s. En dat is zorgwekkend.
Het is duidelijk dat dit foldertje in paniek is geschreven. Na heel lang en veel gedoe uit het veld kwam hij eindelijk en bleek het een inventarisatie te zijn van oplossingen die al lang bedacht zijn en die al lang uitgevoerd worden. Voor mijn gevoel alleen omdat het volk morde.
Tot zover dus de, volgens de betekenis van het woord handreiking te verwachten, hulp.

Ik herhaal dus dat er in 2026 een tekort is van bijna 11000 fte. Dat zijn dus 11000 fulltimebanen. Tienduizenden kinderen zullen dan dagelijks kwalitatief minder goed onderwijs krijgen. En dat niet alleen in 2026, maar in de jaren ervoor en erna ook. Stel je even voor wat voor gevolgen dat heeft. Ik denk dat dat kwalitatieve “bijeffect” van het kwantitateive  tekort bij de mensen aan de knoppen nog niet echt op het netvlies staat. Terwijl de gevolgen op lange termijn natuurlijk desastreus zijn. 

Stille reserve
Een van de remedies die het ministerie voorstelt is het aanboren van de stille reserves en mensen die parttime werken meer te laten werken. Dat klinkt wel aardig.
Maar ……… niemand vraagt zich af waarom de stille reserve ooit gestopt is. Of waarom men minder is gaan werken. Is dat weleens onderzocht? Ikzelf ben een aantal jaren terug na 28 jaar fulltime voor de groep van 5 naar 4 dagen gegaan. Dit was mijn beste besluit ooit en ik wil nooit meer terug. Ik ben, denk ik, geen uitzondering. Onder de huidige omstandigheden is vijf dagen een haast onmogelijke opgave. De stille reserve aanboren zal weinig fte’s opleveren. 
Het lijkt erop dat men wanhopig oplossingen zoekt om maar niet het beroep zelf aantrekkelijk te maken (meer salaris en minder werkdruk). Het waarom is me vooralsnog niet duidelijk. We kunnen het echt niet harder roepen dan we al doen. 

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Maart 2019 

Verder lezen: