woensdag 1 mei 2019

031. Het derde gebod van Stijn: "Leer uw leerling kritisch denken"



De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 3: Leer uw leerling kritisch denken
(met Close Reading) 

Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.

Vandaag nummer 3: “Leer uw leerling kritisch denken.”

In een tijd waarin op internet de meest buitensporige zaken als nieuws worden gepresenteerd en “fake nieuws” een term is die iedereen inmiddels kent is kritisch kunnen denken geen overbodige luxe.

Iedereen wordt gebombardeerd met allerlei zaken die als waar worden gepresenteerd maar achteraf bekeken niet kloppen. “Het staat op internet, dus het is waar.” Was het maar zo simpel.
Kritisch denken wordt gezien als een 21eeeuwse vaardigheid. Ik heb daar niet zoveel mee. Ook in de 20eeeuw was het prettig als je dit kon. Maar er is nog meer.

Volgens het SLO is kritisch denken: ‘Het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen.”(1) 

Daarbij hoort ook een houding.
Dolf Janson schrijft daarover: “Tegelijk is er sprake van een bepaalde houding. Je moet immers niet alleen geneigd zijn tot nadenken, voorafgaand aan het maken van keuzes, het vormen van een mening en/of van het uitvoeren van handelingen, maar je moet ook niet alles wat langs komt voor zoete koek aannemen. Dat vraagt een zeker zelfvertrouwen en het ervaren van autonomie.”(2)

Waarom is kritisch denken (en niet alleen in de 21eeeuw) belangrijk?
In de reader “Kritisch Leren Denken” van de Avans Hogeschool (3) lezen we:
“Kritisch denken helpt om: 
• weloverwogen beslissingen te nemen zonder vooringenomen te zijn; 
• de veelheid aan informatie die op ons afkomt juist te hanteren; 
• de leerstof te doorgronden en in verschillende contexten te gebruiken; 
• te blijven leren; 

De hoeveelheid informatie die kinderen en volwassenen te zien krijgen is vele malen groter dan in eerdere generaties. Ook is de informatie snel. De informatie die ik te verwerken kreeg stond doorgaans op papier. En papier is geduldig. Dat maakte mij ook geduldig. 
Als een deel van die enorme hoeveelheid informatie ook nog een ongemerkt onbetrouwbaar is kun je stellen dat kritisch denken inmiddels onmisbaar is.

Wat kunnen wij in de klas hiermee?
Ik denk dat je kritisch denken niet aan kunt leren (dat is mijn bezwaar tegen meer, zogenaamd, 21eeeuwse vaardigheden). Je kunt wel voorleven en een voorbeeld zijn voor de kinderen. Als je laat zien hoe je zelf met gegevens, feiten, meningen en teksten omgaat zet je kinderen op een spoor. Een beter gebod zou dus zijn: “Toon de kinderen kritisch denken”. Je modelt en laat zien wat kritisch lezen oplevert. 

Het is ook al geen vaardigheid. Fietsen is een vaardigheid omdat je het in nieuwe en andere situaties ook meteen kunt toepassen. Denken is geen vaardigheid omdat het denken afhankelijk is van de inhoud. Kritisch denken kan alleen maar als er inhoud is waarover gedacht kan worden. (4) Op de site www.kritischdenken.info staat een boeiende, zeer uitgebreide uitwerking hiervan. (4), (5) en (6)

Volgens de auteur van deze uitwerking geldt: “In lekentaal bestaat kritisch denken uit het
zien van beide kanten van een kwestie, het openstaan voor nieuwe bewijzen die je ideeën
tegenspreken, nuchter redeneren, eisen dat beweringen worden ondersteund door bewijs,
afleiden en deduceren van conclusies uit beschikbare gegevens, problemen oplossen, enzovoort.”(4) En laten die laatste elementen (bewijsvoering en conclusies trekken uit beschikbare gegevens) nu net belangrijke elementen zijn in Close Reading.

Close Reading kan dus een belangrijk middel zijn om kritisch denken te laten zien en te oefenen. In deze werkwijze krijgen kinderen na het grondig lezen van een tekst vragen en stellingen. De gestelde vragen gaan verder dan de vragen in de huidige methoden voor begrijpend lezen. De vragen moeten ze beantwoorden met bewijzen uit de tekst. Dat vraagt een kritische (lees)houding. Voorkennis over een bepaald onderwerp is de kapstok waar nieuwe kennis aan opgehangen wordt. 
Op de site van Expertis staat het volgende:
“Er vindt interactie plaats over de tekst tussen leerlingen onderling en tussen leerkracht en leerling. Kinderen vertellen elkaar hun argumenten, laten de bewijzen zien in de tekst. Niet zozeer het geven van het goede antwoord staat centraal, maar het proces om tot het antwoord te komen. Juist door deze discussies ontstaat een dieper begrip.”(7)

Een heel andere manier van begrijpend lezen dus. Momenteel is het vinden van antwoorden op de vragen het belangrijkst. Kinderen krijgen een (te simpele en te korte) tekst en moeten die lezen. Daarna krijgen ze een aantal vragen. Vaak zijn die inhoudsgericht. Omdat bij bepaalde toetsen met meerkeuzevragen gewerkt wordt is de mogelijkheid zelf conclusies te trekken uit een tekst minimaal of zelfs helemaal afwezig. Het al dan niet goed beantwoorden van deze vragen bepaalt je beoordeling. 
Kinderen weten dat en gaan dus meteen vragen beantwoorden. De antwoorden zoeken ze op in de tekst. Dat zou ik ook doen. Begrijpend lezen (klopt deze term?) wordt zo een vraag-en-antwoord spel. Het is goed of fout.
Maar eigenlijk zijn natuurlijk de vragen het belangrijkst. En omdat iedereen zijn eigen voorkennis meeneemt en daardoor teksten anders kan interpreteren is er vaak geen eenduidig antwoord. De kritische lezer (en denker) haalt zijn conclusies uit de tekst, bewijst zijn conclusies aan de hand van wat hij al weet en wat hij leest. Je wordt aan het denken gezet. Dat is, lijkt mij, moeilijk te toetsen.

Nu hebben de kinderen begrijpend leeslessen waar ze een aantal strategieën leren. (Hou die strategieën in jouw methode eens tegen het licht en vraag je af of ze die buiten deze lessen ooit gaan gebruiken). 
Je kunt je ook afvragen of kritisch denken en lezen niet in alle vakken terug moet komen. Ook een aardrijkskundetekst, een gedicht, een reclamefolder, een stilleesboek lenen zich voor diep en kritisch lezen.  Ik denk dat je als leerkracht de beste vragen bij een tekst kunt stellen en omdat je samen met de leerling de tekst induikt komen de vragen als vanzelf. 

Miranda Wedekind zegt in haar artikel “21e eeuwse vaardigheden … en dan? Deel 3: Kritisch denken” (8) dat de Taxonomie van Bloom hierbij kan helpen. Voor meer over de Taxonomie van Bloom en voorbeeldvragen verwijs ik naar het artikel Taxonomie van Bloom in de praktijk (9)


Bertus Meijer / Onderwijsenzo
Mei 2019  


Literatuur:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten