woensdag 10 april 2019

026. Rendementsdenken is niet erg


 
Rendementsdenken is niet erg …… 
Zeker niet als we het een andere naam geven.

Wat is rendementsdenken?
“Rendementsdenken is het idee dat alles in rendement uitgedrukt moet worden. Hierbij is geen oog meer voor de menselijke maat, de zachte en onmeetbare waarden in het leven.”(1)

Deze definitie heeft al een negatieve ondertoon.  
Er is zelfs een uitstekende roman over geschreven door Lucas Zandberg. Het boek “De Rendementsdenker” kan gelezen worden vol herkenning, ook voor ons in het basisonderwijs. Over een wereld die wij niet willen. Een wereld van vakjargon, praatjesmakers, kekke typjes, “managers ver van de praktijk” en afrekeningen.

Er hangt dus een zweem om rendementsdenken van afrekeningscultuur, managementlagen, oeverloze studiedagen en heisessies en geldstromen die in goede banen geleid dienen te worden. Daar heb ik allemaal ook niks mee. Dat boeit me allemaal maar matig. Ik wil gewoon lesgeven. Ik heb gezocht naar een andere definitie maar heb deze niet vooralsnog kunnen vinden. 
Ik wil in deze column proberen het begrip rendement te verbreden en de waarde voor het (basis)onderwijs aan te tonen. Dit in het kader van werkdrukverlaging en, toch, efficiënt omgaan met het beschikbare geld. Want als er niet meer bijkomt zullen we zelf aan de slag moeten.

Toen ik googelde voor deze column bleek dat rendementsdenken vooral in het onderwijs een heet hangijzer is. En dan met name het voorgezet en wetenschappelijk onderwijs. Ik ga meer op een positieve vorm van rendementsdenken voor het basisonderwijs in.

Ik gaf in het begin aan dat ik alleen de gegeven, wat negatieve, definitie heb kunnen vinden. Dat is jammer. Ik stel de volgende (voorlopige) definitie van rendementsdenken voor:
“Rendementsdenken is het je bewust zijn of de investeringen (in aandacht, inspanning, tijd, geld enz.) in verhouding staat tot de opbrengst van die investering.”
Weeg de volgende zaken eens af:
-      Investering in alle toetsen (in tijd, geld en stress bij betrokkenen) en het rendement.
-      Investering in de vorm van vele vergaderingen en het rendement ervan. Vraag je eens af of de vergaderingen nodig zijn en of het niet korter, krachtiger, efficiënter kan 
-      Investering in een schoolbrede, niet breed gedragen, vernieuwing en het rendement op langere termijn. Veel vernieuwende concepten wordt top-down opgelegd of door collega’s met een stokpaardje doorgedrukt. Vaak gaat men akkoord voordat alle consequenties duidelijk zijn. En een op voorhand mislukt experiment ziet het levenslicht.  
-      Investering in peperdure methoden en het rendement ervan. Een dure methode maakt van een minder goede leerkracht geen goede. Een goede leerkracht kan met een minder dure methode goed uit de voeten. Methodes zijn niet meer dan middelen, geen doelen.
-      Investering in peperduur meubilair en het rendement ervan. De effectiviteit van bijvoorbeeld duur ingerichte leerpleinen staat ter discussie. 
-      Investering in iPads voor alle kinderen en het rendement ervan.
-      Investering in tijd en geld in een schoolbrede feestweek vanwege een 10 jarig bestaan en het rendement.
-      5 Vergaderingen voorafgaand aan het Sinterklaasfeest en het feest zelf.
-      En er zijn zo genoeg voorbeelden te bedenken.
-       
Als het antwoord positief is kun je doorgaan op de ingeslagen weg.
Als het antwoord negatief is lijkt me het minste dat je kunt doen de investering tegen het licht houden en heroverwegen. Soms is een kleine aanpassing voldoende. Ga ook eens het draagvlak na. Wellicht is afschaffen ook een optie. 
De winst zit hem in werkdrukverlaging, tijdswinst, geldwinst en andere niet genoemde zaken. Deze vorm van rendementsdenken lijkt me niet zo negatief.

Helaas zit er in ons hoofd een andere vorm van rendementsdenken. Rendementsdenken met als achterliggende gedachte “Meten is weten en vervolgens afrekenen.” (2) is hier niet aan de orde. Afrekenen is niet het doel van de vorm van rendementsdenken waar het hier om gaat. Het gaat om investering en rendement op kleine schaal (school-, klassen- of individueel niveau) tegen elkaar afwegen en indien de balans negatief is eventueel bijstellen.
Iedere investering die we doen in geld, tijd of materiaal kost nu eenmaal (belasting)geld. Dan is het toch niet vreemd dat we ook naar de rendementen van die investering kijken? En die balans kan per organisatie en per persoon verschillen. (2)

Conclusie:
De term rendementsdenken is inmiddels dus besmet. Er hangt een negatieve geur omheen. Omdat volgens de eerdergenoemde definitie de menselijke maat vergeten wordt. 
Ik pleit daarom ervoor om dit kader een andere term te gebruiken. De term “balansdenken” doet de zaak meer recht. Hou bij je investering het rendement van die investering in de gaten. Zorg dat de balans minimaal in het midden blijft. Met een kleine inspanning of verandering is balans weer in evenwicht of, nog mooier, is de opbrengst groter dan de investering. 
De nieuwe definitie wordt dan: “Balansdenken is het je bewust zijn of de investeringen (in aandacht, inspanning, tijd, geld enz.) in verhouding staat tot de opbrengst van die investering.”Daar kan geen eventmanager tegenop. Dan kan het geld dat in die medewerker wordt gestoken op een onderwijskundige manier kinderen ten goede komen. En dat alles werkt weer werkdrukverlagend. Dat willen we toch?

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
April 2019

Literatuur:

Verder lezen:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten