vrijdag 5 juli 2019

038. De geroepenen



 

Het emotionele vuur dat je opbrandt.
Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren (Mattheus 22:14)

Er gaat weer eens een knuppel het hoenderhok in. 

Als je met mensen in het onderwijs discussieert krijg ik soms een beetje jeuk op onbereikbare plaatsen van de zelfbenoemde geroepenen. Collega’s die het werk als een roeping zien. Ze verkondigen (!) dit graag en veelvuldig met een licht omfloerste, hemelse blik. Om daarna met een klein zuchtje te eindigen. Ze zien dan achter mij op de muur dingen die ik niet zie. 
Ik voel me dan altijd een beetje ontaard. Ik voel me niet geroepen en heb die roep ook nooit gehoord. Mijn gehooruitval van 15% zal mij parten spelen. 
Wie zou mij moeten roepen? Ik doe gewoon, al bijna 40 jaar, mijn werk. Met alle inzet en liefde die ik op dat moment kan opbrengen. Doorgaans met 100%, maar soms 90%. Bij 80% grijp ik mezelf bij de lurven. Trouwens nooit met meer dan 100%. Geroepenen zeggen weleens dat ze het werk met 200% inzet doen. Zij kunnen dus niet rekenen.
Het is eigenlijk nog erger met mij gesteld. Ik kom voor de tweede keer in mijn leven uit de kast als ik zeg dat ik werk voor het geld. Ja, daar schrikken sommigen van jullie van. Dat is vloeken in de kerk (om maar in dezelfde geroepene-terminologie te blijven). Er zijn geroepenen die zeggen dat ze het werk (lees: levensvervulling) voor niets zouden doen. Want de dankbare kindersnuitjes van schatjes die niet naar huis willen na een werkdag maken alles goed. Werkdruk en lage salariëring verdwijnen dan als sneeuw voor de zon. 
Maakt dat het geheel niet tot een soort betaalde vrijwilligersbaan? Wat een devaluatie van mijn vak. Ik zou als overheid bij de volgende bezuinigingsronde hun salaris meteen stopzetten. Dat scheelt een slok op een borrel. Niemand zal klagen.

Wat doe ik fout? Soms is het gewoon minuten aftellen tot half 3, soms ben ik kortaf en chagrijnig. Wat moeten ze soms een hekel aan mij hebben als ik ze naar huis stuur na een dag mopperen en trekken. Maar …… kinderen zijn vergevingsgezind. Na zo’n dag komen ze weer vrolijk binnen, geven mij een hand en hebben er weer zin in. En ik ook. We zijn net mensen. En dat mogen ze ook zien. Ze weten dat mijn intenties goed zijn. Zolang het niet te vaak gebeurt. Dat is ook niet zo leuk.

Maar de geroepenen (wie riep je?) zitten vooral zichzelf in de weg. Ik ontloop ze wel. Of zoek juist contact om me weer eens prettig op te winden.
Het is de emotionele invalshoek van het vak die schuurt. Die ervaar ik als weinig professioneel. Staken voor een hoger salaris wordt dan ineens iets dat niet hoort. Want je werkt nu eenmaal niet voor het geld. Je hebt een hoger doel. Je bent geroepen. Je hebt een roeping. 
Als je staakt roepen (geroepenen roepen zelf ook altijd met hun humorloze visie) ze dat ze dat niet doen want de kinderen zijn dan de dupe. Los van de groteske zelfoverschatting is het ook een geval van ‘het middel is erger dan de kwaal’. Dit omdat de actievoerenden juist actievoeren om van al die ballast af te geraken waar de kinderen juist nu de dupe van worden. Denk aan het lerarentekort, administratieve lasten en overdreven toetsdruk.

Er zit ook een zekere tragiek in. Je bent emotioneel zo vervlochten met je werk dat het een te groot deel van jezelf wordt. Kritiek op je werk wordt dan kritiek op jou als persoon. En dat komt nogal binnen. Ze vinden dan ineens niet alleen je werk niet goed, ze vinden jou als mens niet goed. Want je krijgt kritiek op een deel van jezelf. Reageer daar maar eens professioneel op. Ik zou het niet kunnen ….

Ik heb geen kinderen. Maar ik vraag me af of ik als ouder mijn kind bij een geroepen leerkracht zou willen zien. Iemand die jouw kind wel voor niets onder de hoede wil nemen. Zelfs voor niks. Iemand die bang is dat je kind de dupe is als je er een dagje niet bent. Ik zou dat als ouder een beetje griezelig vinden. 

Professioneel is natuurlijk een kernwoord in deze. We zijn gewoon professionals die ons werk ook professioneel dienen te doen. Geen emotionele vervlechtingen. Doe het werk met 100% inzet (niet meer, dat bestaat niet) en bezie het zoals het is: werk. School is de plaats waar je kinderen dingen leert en waar jij je geld verdient. Geld dat ik gebruik om mijn hypotheek te betalen, brood met beleg te hebben en de leuke dingen des levens te doen. C’est tout. Blaas jezelf niet zo op. Ik las op twitter: “Sommige mensen zijn zo vol van zichzelf. Die hoef je niet meer op te laden.” 

Een ander vervelend gevolg van deze vlammende bevlogenheid is het brandgevaar. Je brandt zo hard dat je snel opgebrand raakt. Burn-out ligt in het onderwijs altijd op de loer. Als een stil roofdier wacht het tot het zijn slag kan slaan en jouw licht kan laten doven. En het is een gemeen roofdier want het pakt de grootste vlammen het eerst. Ik weet helaas ook waar ik het over heb. Ook ik ben weleens opgebrand geraakt omdat ik in weekenden lokalen schilderde, hele avonden malletjes zat uit te knippen, gepersonaliseerde sommenstencils zat te tikken en andere malle dingen deed. Dingen waar ik nu zelfs niet eens meer aan denk.
Nu weet ik ook wel dat een roeping niet genegeerd kan worden. Het is een soort van heilig moeten. Dan vraag ik alleen: beleid het geloof in stilte. Geniet van je roeping. In stilte. Wij voeren dan actie voor die andere zaken. En onderaan de streep word je daar zelf ook wellicht beter van. Deal?

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Juli 2019


Geen opmerkingen:

Een reactie posten