vrijdag 19 juli 2019

042. Het zesde gebod van Stijn: "Durf te tonen hoe het moet"




De tien geboden van Stijn de Paepe.
Nummer 6: Durf te tonen hoe het moet 
Stijn de Paepe noemt zich een moderne Vlaamse rederijker. Sinds september 2016 schrijft hij dagelijks een dagvers in de Vlaamse krant “De Morgen”. Onlangs bestond het vers uit tien geboden voor het onderwijs. In deze reeks columns licht ik er steeds eentje uit.

Vandaag nummer 6: “Durf te tonen hoe het moet.”


In een eerdere column (1) gaf ik al aan dat de discussies op Twitter over onderwijsgerelateerde zaken op zijn zachtst gezegd niet zachtzinnig verlopen. Er wordt “ge-jij-bakt”, op de persoon gespeeld en nog meer onverkwikkelijke discussietrucjes passeren de revue. Als het allemaal niet verloopt zoals men voor ogen heeft krijg je de dooddoener "Jij polariseert" te horen. Een discussietrucje waar ik niet meer in trap. Modelen gaat ons (en mij ook) daar alvast niet goed af. En het vervelende is dat je er soms in meegaat. Ik kom op modelen later uitgebreider terug.
Een van die discussies betreft de tegenstelling Directe Instructie versus Ontdekkend Leren. Een discussie om je vingers weer bij af te likken. Ik noem hem weer popcornwaardig.

Waar gaat het om?
Het verschil wordt in het artikel “Helemaal uitleggen of zelf laten ontdekken?” (Kirschner) (2) uitgelegd:

·      “Leraren die expliciete (geleide) instructie geven leggen volledig uit welke concepten en vaardigheden de leerlingen dienen te leren. Die leiding kan de vorm hebben van hoorcolleges, modeling, video's, computerpresentaties, realistische demonstraties, enzovoorts. Maar ook discussies en activiteiten in de klas, waarbij de leraar ervoor zorgt dat de relevante informatie uitdrukkelijk aan bod komt en wordt geoefend, zijn vormen van expliciete instructie. 
·      In het geval van gedeeltelijk of minimaal geleide instructie, verwachten leraren van hun leerlingen dat zij enkele of alle concepten en vaardigheden die ze moeten leren geheel zelf ontdekken. Deze aanpak heeft verschillende namen gekregen, zoals ontdekkend leren, probleem-gebaseerd leren, onderzoekend leren, experimenteel leren, en constructivistisch leren.”

Zelf ontdekkend leren was in de tijd dat ik op school zat geen item. Gelukkig voor mij. Ik was niet zo “zelfontdekkerig”. Ik trad in groepjes niet op de voorgrond en deed in mij onbekende situaties liever niets dan dat ik het verkeerde deed. Faalangst? Ik weet het niet. Die term werd toen nog niet gebruikt. En het interesseert me met terugwerkende kracht ook niet. Ik drukte mijn, toen nog afwezige, snor een beetje. Gelukkig bestonden mijn lessen uit leerkracht gestuurde en leerkracht centrale instructie. Ik werd liefdevol, maar streng bij de hand genomen, bij de groep gehouden en kreeg veel kennis, vaardigheden en feiten te leren die ik later kon gebruiken. Feiten die mij nu helpen op mijn huidige ontdekkingstocht. Nu ontdek ik wel. Met de feiten en kennis die ik heb geleerd.
Ook van huis uit werd me ingepompt om me bescheiden en op de achtergrond op te stellen. Ons soort mensen hield zich gedeisd en werkte hard met de handen voor geld. Daar hoefde je niets zelf voor te ontdekken. Het was allemaal al ontdekt. Gelijke kansen waren er niet. Je had je eigen kansen en was daar tevreden mee.
Prima ….. toen. Als je voor een dubbeltje geboren bent werd je nooit een kwartje. Ik kreeg gelijke kansen door de stevige basis die bij mij gelegd is. Zoals gezegd; een basis van kennis, vaardigheden en feiten. Mijn ouders waren wel in staat mij als persoon te vormen. Hebben ze redelijk gedaan. Ik kreeg kansen die ik zelf echt niet had gegrepen of zelfs maar begrepen. Ik werd een kwartje.

En nog steeds zijn er kinderen zoals ik. Meer dan we denken. Niet ieder kind is een zelfontdekkende gretige leerspons. Die kinderen gedijen bij een leerkracht die instructie geeft. Die op school mee moeten krijgen wat ze thuis niet altijd krijgen. Die dezelfde kansen verdienen als andere kinderen die onder een beter gesternte geboren zijn. 
Het is mij een raadsel waarom we kinderen dingen zelf laten ontdekken die al lang ontdekt zijn. Het kost tijd. Kostbare onderwijstijd. Niet alle kinderen komen als gezegd tot conclusies en hebben dus een achterstand terwijl er tijd verloren gaat. Een achterstand die groeit. Tijd die gebruikt kan worden voor een goede instructie met modellen, voordoen en samendoen, oefenen, feiten en vaardigheden. 
Want als 3 van de 30 “het” ontdekken moeten die andere 27 het toch op een andere manier leren. Ik zou als leerkracht het overzicht over 30 ontdekkers niet hebben. Als ik het al zou willen.
Er wordt betoogd dat zaken die je zelf ontdekt beter zouden beklijven. Dat kan, maar ik heb nog geen onderzoek gezien die dit voor mij op overtuigende wijze aantoont. 

Modeling is daarbij erg belangrijk. Als ik dat doe (net als mijn juffen en meesters vroeger) en hardop verwoord wat ik doe worden de spiegelneuronen in de hersenen van de toeschouwende leerling geactiveerd. Zij leren de denkstappen makkelijker maken en onthouden. (3) (4) Die vreselijke staartdelingen zijn mij voorgedaan en uitgelegd tot het muntje viel. En toen viel het ook goed. Modeling is voor mij Stijn de Paepe’s: “Durf te tonen hoe het moet.” Hoewel er wat mij betreft weinig durf voor nodig is. Ik kan niet anders. 
Ook feedback is een belangrijke succesfactor bij het leren. Om echt effectief te zijn moet deze onmiddellijk gegeven worden. Bij een effectieve instructie zie je als leerkracht meteen wat er gebeurt in het leerproces en kun je meteen feedback geven. Desnoods weer voordoen om het goede voorbeeld in te laten slijpen. Als kinderen zelfontdekkend aan de gang zijn kun je moeilijk deze onmiddellijke feedback geven. Wat er gebeurt is niet altijd duidelijk en er kunnen verkeerde strategieën gebruikt worden. Kees Vernooy stelt terecht dat goed feedback geven een van de belangrijkste leerkrachtvaardigheden is. (5)

En omdat de sociale ontwikkeling van kinderen ook onze aandacht verdient geloof ik ook heilig in de rol van modeling in deze. Kinderen hebben rolmodellen nodig. Dat zijn doorgaans ouders, broers, zussen en vriendjes. Maar omdat je als leerkracht ook een belangrijke rol speelt is het zinvol om ook hier na te denken over je voorbeeldfunctie. Jouw voorbeeld en verwoorden van bepaalde keuzen wegen zwaarder dan een lesje sociale vorming in de week. Een goede leerkracht modelt dus eigenlijk op alle fronten. Altijd ……

Bertus Meijer
Onderwijsenzo
Juli 2019  


Literatuur:

Verder lezen:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten